Regelingen
- Handleiding Sirius-CU
4.3
Weerstation
4.3.1 Hoofdgroepuitlezing weerstation
De hoofdgroepuitlezing van het weerstation
De regenaanduiding heeft twee standen:
Het is droog (geen regen)
Het regent
De windrichting staat weergegeven bij de gordijnregeling, zie hoofdstuk 4.2.
4.3.2 Instellingen van het weerstation
De instellingen van het weerstation
gordijnopening (weercorrectie). De maximale gordijnopening kan beïnvloed worden door:
Windcorrectie volgens de MDV-voorschriften (drie windcorrectiecurven in combinatie met de
ruimtetemperatuur of buitentemperatuur, alle gordijnen).
Één windcorrectiecurve (alleen de windsnelheid, gordijnen waar de wind op staat).
Twee windcorrectiecurven (windsnelheid in combinatie met de ruimtetemperatuur of buitentemperatuur,
gordijnen waar de wind op staat).
2 regenmelders zonder windrichtingdetectie.
Tijdens de installatieprocedure (zie hoofdstuk 10) is bepaald welke type weercorrectie wordt toegepast.
16
geeft aan wat de actuele weersomstandigheden zijn.
Buitentemperatuur
Regenaanduiding
Windsnelheid
hebben betrekking op de invloed van het weer op de maximale
3.19/NLD/Mei 2016