Situatievoorbeelden
Situatie beide groepen uit:
-
Lichtmeting is lager dan gewenste waarde.
-
Groep 1 gaat aan (er wordt dus niet gekeken welke groep optimaal zou zijn).
-
Verwachte lichtmeting gaat omhoog met de opbrengst van groep 1 (dus buiten + groep 1).
-
Groep 1 gaat niet uit door zijn eigen sterkte.
-
De actuele lichtmeting wordt verlaagd met de ingestelde waarde van groep 1.
-
De gewenste waarde wordt verhoogd met een hysterese-instelling.
-
Er is een vertraging op het uitschakelen.
Situatie groep 1 aan:
-
Lichtmeting is lager dan gewenste waarde.
-
Eerst wordt gewacht gedurende een instelbare tijd (nieuwe instelling).
-
Verwachtte lichtmeting gaat omhoog met de opbrengst van groep 2 (dus buiten + groep 1 + groep
2).
-
Groep 2 gaat aan.
-
Groep 2 gaat niet uit door zijn eigen sterkte. Idem groep 1.
Algemeen voor uitschakelen:
-
Beide groepen hebben gelijke voorwaarden voor uitschakelen.
-
Er kan slechts 1 groep tegelijk uitgeschakeld worden (volgende mogelijke actie is een minuut later).
Situatie groep 1 en groep 2 aan:
(Lichtmeting – ingestelde groep waarde) is hoger dan (gewenste waarde + hysterese).
-
-
Groep met de laagst ingestelde lux waarde zal als eerste uit gaan.
-
Oplossing 1: starten met groep met de laagste lux opbrengst.
Oplossing 2: hysterese groter maken dan lux groep 2 – lux groep 1.
-
-
Voordat wordt uitgeschakeld geldt een uitschakelvertraging (als uitschakelvoorwaarde voor 2
groepen actief is lopen beide vertragingen).
3.19/NLD/Mei 2016
Regelingen
- Handleiding Sirius-CU
33