Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opbouw Van Het Ventilatiesysteem - Hotraco agri Sirius-CU Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Indien tunnelventilatie (zie ook hoofdstuk 4.4.3) wordt toegepast, zijn de volgende instellingen beschikbaar:
Verschil tunnelventilatie AAN.
Gordijnopening 1 bij tunnelventilatie AAN.
Gordijnopening 2 bij tunnelventilatie AAN.
De systeeminstelling 'Hysterese' voorkomt dat de ventilatie gaat pendelen als de ruimtetemperatuur of THI
waarde in de buurt ligt van de grenswaarde. Daarnaast zijn er nog andere systeeminstellingen die invloed
hebben op de ventilatieregeling. Zie voor meer informatie hoofdstuk 7.4.

4.4.3 Opbouw van het ventilatiesysteem

Het ventilatiesysteem kan bestaan uit regelbare ventilatoren (proportionele ventilatoren) en uit niet-regelbare
ventilatoren (aan/uit-ventilatoren).
Proportionele ventilatie kan op drie manieren zijn opgebouwd:
-
één proportionele ventilator(groep) met regelbare ventilatoren.
één proportionele ventilator(groep) met regelbare ventilatoren die op minimumspanning cyclisch in- en
-
uitgeschakeld worden.
één ventilator(groep) met aan/uit-ventilatoren, die cyclisch in- en uitgeschakeld worden.
-
De niet-regelbare ventilatoren worden in maximaal 8 groepen in-/uitgeschakeld. Tijdens het inschakelen kan
het proportionele ventilatie gedeelte automatisch terugregelen om zodoende een zo lineair mogelijk
ventilatiepatroon te krijgen.
Als tunnelventilatie wordt toegepast, zal er overgeschakeld worden naar tunnelventilatie als de
ruimtetemperatuur of THI-waarde hoger is dan het 'Streefwaarde ventilatie' plus het 'Verschil tunnelventilatie
AAN'
. Bij tunnelventilatie wordt een contact gesloten waarmee bijvoorbeeld ventilatoren en inlaatkleppen
geschakeld kunnen worden. Bij tunnelventilatie worden de gordijnen naar de positie gestuurd die is ingesteld
bij 'Gordijnopening 1/2 bij tunnelventilatie AAN'
Bij tunnelventilatie kan de proportionele ventilatie uitgeschakeld worden.
Uw installateur geeft in de installatieprocedure van de Sirius-CU aan hoe het ventilatiesysteem opgebouwd
is.
Opmerking: Bij meer dan één Sirius in een stal (om bijvoorbeeld meer dan 2 gordijnen apart aan te sturen)
bepaalt één Sirius de ventilatie. Wanneer deze Sirius tunnelventilatie inschakelt, wordt tunnelventilatie bij de
overige Sirius-computers geactiveerd via een digitale ingang (zie ook hoofdstuk 8.4 en 10.3). De
gordijnopening bij tunnelventilatie dient bij elke Sirius-computer te worden ingesteld.
3.19/NLD/Mei 2016
.
Regelingen
- Handleiding Sirius-CU
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave