De purge-functie is alleen binnen een bepaald temperatuurbereik actief zijn. Het temperatuurbereik wordt
afgebakend met de instellingen 'Purge UIT bij ruimtetemperatuur lager dan'
ruimtetemperatuur hoger dan'
Indien de stal mechanisch geventileerd wordt kan tevens de ventilatie ingeschakeld worden op het moment
dat het gordijn geopend wordt door de purge-functie. Het ventilatieniveau wordt op dat moment bepaald door
de waarde van de instelling 'Ventilatieniveau'
De instellingen SYS 1.4; SYS 1.5 en SYS 1.6 worden ook gebruikt voor de purge-functie van de
luchtvochtigheidregeling, zie hoofdstuk 7.7.3 en 7.7.4).
OPMERKING:
De purge-functie kan op twee manieren worden uitgeschakeld:
Door de instellingen SYS 1.4 en SYS 1.5 allebei op 0,0 °C te zetten. Hierdoor wordt de purge-functie voor
zowel de gordijnregeling als de luchtvochtigheidregeling uitgeschakeld.
Door SYS 1.1 en SYS 1.2 op 0000 minuten in te stellen, wordt alleen de purge-functie van de
gordijnregeling uitgeschakeld.
7.2.2 Synchronisatie
Bij gordijnen die gestuurd worden op basis van looptijd kan in de loop van tijd een verschil ontstaan tussen
de werkelijke gordijnopening en de gordijnopening zoals die in de Sirius-CU staat.
Om dit verschil op te heffen kunnen de gordijnen dagelijks gesynchroniseerd worden. Het tijdstip van de
synchronisatie kan ingesteld worden met de instelling 'Tijdstip gordijnsynchronisatie'
Verloop van de synchronisatie:
1
2
3
4
5
6
7
8
De gordijnsynchronisatie kan uitgeschakeld worden door het 'Tijdstip gordijn-synchronisatie'
op 00:00 00 uur te zetten.
Indien de windsnelheid hoger is dan de instelling 'Geen synchronisatie bij windsnelheid'
de gordijnsynchronisatie niet uitgevoerd worden.
Indien het regent en de instelling 'geen synchronisatie bij regen' (SYS 2.3) is geactiveerd (
gordijnsynchronisatie niet uitgevoerd worden.
3.19/NLD/Mei 2016
(SYS 1.5).
(SYS 1.6).
Opening van de gordijn bij het begin van de synchronisatie.
Gordijn 1 wordt naar de dichtstbijzijnde uiterste positie gestuurd. (bij een
opening tussen de 0 en 50% wordt het gordijn naar 0% gestuurd. Bij een
opening tussen de 50 en 100% wordt het gordijn naar 100% gestuurd.
Gordijn 1 wordt nadat de uiterste positie in de Sirius-CU bereikt is nog een tijd
aangestuurd zodat het gordijn ook daadwerkelijk deze positie bereikt. (Is het
gordijn al in de uiterste positie dan zal de motor gestopt worden door het
eindschakelsysteem van de gordijnen.)
Ondertussen wordt gordijn 2 naar de dichtstbijzijnde uiterste positie gestuurd.
Gordijn 1 wordt nu weer naar de oorspronkelijke positie gestuurd. Gordijn 2 is
nog steeds onderweg naar de dichtstbijzijnde uiterste positie.
Gordijn 2 wordt nadat de uiterste positie in de Sirius-CU bereikt is nog een tijd
aangestuurd zodat het gordijn ook daadwerkelijk deze positie bereikt.
Gordijn 2 wordt nu weer naar de oorspronkelijke positie gestuurd.
Beide gordijnen zijn nu in de oorspronkelijke positie.
Systeeminstellingen
- Handleiding Sirius-CU
(SYS 1.4) en 'Purge UIT bij
(SYS 2.1) .
(SYS 2.1)
(SYS 2.2) zal
) dan zal de
43