Samenvatting van Inhoud voor Hotraco agri Sirius-CU
Pagina 1
Sirius-CU Handleiding 3.19/NLD/Mei 2016 Nr. HA90051201 Stationsstraat 142 5963 AC Hegelsom T +31 (0)77 327 5020 F +31 (0)77 327 5021 E info@hotraco-agri.com W www.hotraco-agri.com...
Pagina 3
Beste klant, Hartelijk dank voor het in ons gestelde vertrouwen en dat u voor uw automatisering dit Hotraco Agri product gekozen heeft! Wij zullen er samen met onze dealer alles aan doen om u het optimale rendement uit uw investering te laten halen.
Inleiding - Handleiding Sirius-CU Inleiding De Sirius-CU is een computer voor het sturen van gordijnen in een rundveestal op basis van de ruimtetemperatuur of THI- waarde. Met behulp van de meetgegevens van een weerstation kan de stand van de gordijnen...
Door de aard van de regelingen van de Sirius-CU kan een schermsysteem op elk willekeurig moment starten. Hotraco Agri BV wijst u erop dat hierdoor risico’s en gevaar van beknelling aanwezig kan zijn op het moment dat een schermsysteem in werking is. Daarom is de aanwezigheid van personen in de directe nabijheid van het schermsysteem verboden.
Gebruiksvoorschriften De Sirius-CU mag alleen bediend en ingesteld worden door personen die op de hoogte zijn van de in deze handleiding beschreven bedieningsinstructies. De persoon die de Sirius-CU bedient of instelt, moet op de hoogte zijn van alle potentiële gevaren van de systemen die de Sirius-CU aanstuurt.
Bediening - Handleiding Sirius-CU Bediening Om de Sirius-CU te bedienen, is deze uitgevoerd met diverse toetsen, schakelaars en een grafisch display. De toetsen zijn te verdelen in: Regeling toetsen: Temperatuur Gordijnen Weerstation Ventilatie Verwarming Koeling Luchtvochtigheid Schakelklokken Tijd/Datum-toets: Tijd / Datum...
Bediening - Handleiding Sirius-CU In de hoofdgroep worden actuele gegevens en/of de status van de regelingen weergegeven. Deze gegevens kunnen opgevraagd worden door op de toets van de betreffende regeling te drukken. De gegevens in de hoofdgroep kunnen niet gewijzigd worden. Wilt u instellingen wijzigen die betrekking hebben op de regeling uit de hoofdgroep, dan drukt u nogmaals op de toets van die regeling.
Met behulp van de dagenteller en de instelling in de curve wordt de streefwaarde berekend. In het voorbeeld hierboven is de streeftemperatuur op de 7 dag gelijk aan 8 °C en op de 21 dag gelijk aan 5,8 °C. De Sirius-CU heeft curven voor de volgende Instellingen: - streeftemperatuur - minimum ventilatie - minimum gordijnopening...
Bediening - Handleiding Sirius-CU Opvragen en wijzigen van een curve Voordat een curve opgevraagd kan worden, moet eerst de instelling van de curve opgevraagd worden (zie hoofdstuk 2.2). Als de instelling opgevraagd wordt, verschijnt de berekende curve waarde. Door op drukken gaat de cursor naar de berekende curvewaarde.
1) Zet de twee onderste bedieningsschakelaars in de middenstand. 2) Zet de bovenste schakelaar in de stand hand 3) Zet de gordijnen in de gewenste positie. Verlaat de Sirius-CU niet als de gordijnen handbediend bewegen. 4) Zet de schakelaar weer in de middenstand als het gordijn de juiste positie heeft bereikt.
- Handleiding Sirius-CU Regelingen Basis van de gordijnregeling en ventilatieregeling Tijdens de installatieprocedure van de Sirius-CU kan wordt bepaald of de gordijnregeling en de ventilatieregeling werken op basis van ruimtetemperatuur of op basis van de THI-waarde. 4.1.1 Regeling op basis van ruimtetemperatuur...
Regelingen - Handleiding Sirius-CU 4.1.2 Regelingen op basis van THI-waarde (Temperature Humidity Index) De THI-waarde wordt berekend aan de hand van de ruimtetemperatuur en de heersende luchtvochtigheid. De THI-waarde is een indicatie van de aangenaamheid van de staltemperatuur. Vochtige lucht is minder aangenaam dan droge lucht.
Regelingen - Handleiding Sirius-CU De gordijnenregeling en de ventilatieregeling gaan bij deze regeling uit van de 'Streefwaarde THI' zoals die bij is ingevoerd. De gordijnregeling gaat altijd direct uit van de 'Streefwaarde THI'. De 'Streefwaarde THI ventilatie' kan relatief of absoluut zijn. Bij een relatieve streefwaarde kan een verschil t.o.v. de 'Streefwaarde THI' ingevoerd worden.
Regelingen - Handleiding Sirius-CU Gordijnopening 1 (%) Gemiddelde ruimtetemperatuur Gordijnopening 2 (%) Richting waaruit de wind komt (ten opzichte van de gordijnen) Dit symbool geeft aan dat er weercorrecties op het gordijn zijn toegepast Aanduiding van de windrichting De pijl die de windrichting aangeeft wijst naar de windrichting toe, zoals bij een windvaan. In bovenstaande voorbeelden staat de wind pal op de linkerzijde van de stal.
Pagina 19
Regelingen - Handleiding Sirius-CU Regeling op basis van de ruimtetemperatuur Instellingen: Streeftemperatuur Gordijn opening Minimum gordijnopening Maximum gordijnopening Bandbreedte gordijn Min. alarmverschil Alarm Alarm Max. alarmverschil Abs. max. alarmverschil Ruimtetemperatuur Gordijn Min. Gordijnstand Min. Max. Max. Gordijnstand Max. temp. Alarm Abs.
3. Als ook een afscherming niet mogelijk is, moet de fabrikant instructies of waarschuwingen geven. De Sirius-CU bevat enkele functies die onder stap 3 vallen. Deze stap mag alleen in overweging genomen worden als andere veiligheidsopties onmogelijk zijn. Opmerking De fabrikant is verplicht om de gekozen veiligheidsoplossing te archiveren.
Pagina 21
Regelingen - Handleiding Sirius-CU • Personen die niet in staat zijn om zichzelf te bevrijden (bijvoorbeeld jonge kinderen), mogen niet in het bereik komen van het beknellingsgevaar. Bijvoorbeeld door het oprolpunt van het doek zodanig te monteren dat jonge kinderen het inklempunt niet kunnen bereiken.
Regelingen - Handleiding Sirius-CU Weerstation 4.3.1 Hoofdgroepuitlezing weerstation De hoofdgroepuitlezing van het weerstation geeft aan wat de actuele weersomstandigheden zijn. Buitentemperatuur Regenaanduiding Windsnelheid De regenaanduiding heeft twee standen: Het is droog (geen regen) Het regent De windrichting staat weergegeven bij de gordijnregeling, zie hoofdstuk 4.2.
Regelingen - Handleiding Sirius-CU 4.3.3 Windcorrectie volgens de MDV-voorschriften Door bij hoge windsnelheden de luchtsnelheid in de stal te remmen, wordt de ammoniakemissie gereduceerd. De luchtsnelheid wordt geremd door de gordijnopening aan te passen wanneer de luchtsnelheid toeneemt (MDV maatregel: 'Lagere luchtsnelheid door remmend ventilatiesysteem (ACNV)', MDV-melkvee 4.)
Regelingen - Handleiding Sirius-CU De curve voor hoge temperaturen definieert de maximale gordijnopening bij een ruimtetemperatuur (of buitentemperatuur) die hoger is dan 18 °C. Als de ruimtetemperatuur (of buitentemperatuur) bijvoorbeeld 19 °C is bij een windsnelheid van 2,3 m/s, dan zal de maximale gordijnopening niet beperkt worden (maximaal 100% open).
Regelingen - Handleiding Sirius-CU Maximum Gordijn- Opening (%) Windcorrectie Regencorrectie Windsnelheid (m/s) Droog Windcurve Storm Regencorrectie Regen Windcurve 4.3.5 Twee windcorrectiecurven De maximale gordijnopening is bij deze vorm van invloed afhankelijk van de windsnelheid én de ruimtetemperatuur (of buitentemperatuur). De afhankelijkheid wordt vastgelegd met twee stappencurven. De volgende afbeelding geeft een voorbeeld hiervan.
Pagina 26
Regelingen - Handleiding Sirius-CU Maximum Gordijn- Opening (%) Correctie, T > 18°C T > 10°C en T < 18°C Correctie, T < 10°C Regencorrectie Windsnelheid m/s Droog Windcurve Storm Regen Regencorrectie Windcurve De eerste stappencurve definieert de maximale gordijnopening bij een ruimtetemperatuur (of buitentemperatuur) die lager is dan 10 °C.
Regelingen - Handleiding Sirius-CU De regengrens is een aparte instelling waarmee wordt aangegeven wat de maximale gordijnopening mag zijn boven een bepaalde windsnelheid waarbij het tevens regent. Dit kan worden toegepast om te voorkomen dat het strooisel in de stal nat wordt door binnenregenen. In het voorbeeld is de gordijnopening bij regen nooit hoger dan 20% indien de windsnelheid hoger is dan 3,0 m/s.
Pagina 28
Regelingen - Handleiding Sirius-CU Instellingenuitlezing bij één windcorrectiecurve Windcorrectiecurve. De uitlezing geeft de windsnelheid waarop de huidige correctie gebaseerd is en de actuele maximale gordijnopeningen van gordijn 1 en gordijn 2. Stormgrens. De uitlezing geeft de windsnelheid waarbij alle gordijnen gecorrigeerd worden en de maximale gordijnopeningen voor gordijn 1 en gordijn 2 bij deze windsnelheid.
Regelingen - Handleiding Sirius-CU Druk op : De cursor springt naar de maximale opening van gordijn 1 bij deze windsnelheid. Met de toetsen kunt u de maximale gordijnopening wijzigen. Druk op om te bevestigen. Druk vervolgens op . U kunt nu de maximale opening van gordijn 2 wijzigen.
THI-waarde Gemiddelde ruimtetemp. 4.4.2 De instellingen van de ventilatieregeling De Sirius-CU kan verschillende ventilatiesystemen regelen. Het regelprincipe is voor alle systemen hetzelfde. De ventilatieregeling gaat uit van de 'Streefwaarde ventilatie'. Dit kan een absolute waarde, of een verschilwaarde ten opzichte van de 'Streeftemperatuur gordijn' of 'Streef-THI gordijn' zijn (zie ook hoofdstuk 4.1).
Bij tunnelventilatie kan de proportionele ventilatie uitgeschakeld worden. Uw installateur geeft in de installatieprocedure van de Sirius-CU aan hoe het ventilatiesysteem opgebouwd Opmerking: Bij meer dan één Sirius in een stal (om bijvoorbeeld meer dan 2 gordijnen apart aan te sturen) bepaalt één Sirius de ventilatie.
'Streeftemperatuur' plus het 'Temperatuurverschil verwarming' plus 'Hysterese'. De hysterese kan tussen 0 en 1,0 °C variëren. Afhankelijk van hoe hoog de ruimtetemperatuur wordt na het uitschakelen van de verwarming, wordt deze automatisch door de Sirius-CU aangepast. Instellingen: Verwarming Streeftemp.
Regelingen - Handleiding Sirius-CU Koeling Een contact voor koeling kan geschakeld worden op basis van een vast ingestelde temperatuur (absolute streeftemperatuur) of op basis van een temperatuurverschil ten opzichte van de streeftemperatuur (relatieve streeftemperatuur), zoals hieronder weergegeven. Deze keuze kan in de installatieprocedure gemaakt worden.
Regelingen - Handleiding Sirius-CU Ligt de ruimtetemperatuur tussen de twee ingestelde temperaturen, dan ligt de maximale RV tussen de twee ingestelde waarde voor de RV. Nadat met de curve verlaten wordt, verschijnt de berekende waarde voor de maximale RV. Als er gekoeld wordt, kunnen de gordijnstanden en het ventilatieniveau aangepast worden. Dit wordt ingesteld aan de hand van systeeminstellingen.
Regelingen - Handleiding Sirius-CU 1 Stroverdelerklok die schakelt op tijd waarbij tevens de gordijnen geheel of gedeeltelijk gesloten worden. 1 Windafhankelijke klok die schakelt op tijd en op windsnelheid. Tijdens de installatieprocedure wordt ingesteld welke klokken er toegepast worden.
Regelingen - Handleiding Sirius-CU 4.8.2 Werking van de schakelklok Schakelklok Tijd Schakelklok De schakelklokken kunnen op twee manieren geschakeld worden: met AAN (ON) en UIT (OFF) tijden (zoals in het schema hierboven); of met alleen AAN (ON) tijden en een inschakelduur.
Gemeten lichtsterkte (lx) Verlichting Elke hele minuut vergelijkt de Sirius-CU de gemeten lichtsterkte met de 'Streefsterkte' . De verlichtingsgroep wordt ingeschakeld als de gemeten lichtsterkte lager is dan de 'Streefsterkte' . De verlichting wordt uitgeschakeld als de lichtsterkte hoger is dan de 'Streefsterkte verlichting'...
Pagina 38
Regelingen - Handleiding Sirius-CU Niet dimbare verlichting met twee verlichtingsgroepen Wanneer de lichtsterkte in de ruimte lager is dan de 'Streefsterkte verlichting' , dan wordt als eerste verlichtingsgroep 1 ingeschakeld. De lichtsterkte in de ruimte zal stijgen maar groep 1 wordt niet uitgeschakeld door zijn eigen lichtsterkte.
Pagina 39
Regelingen - Handleiding Sirius-CU Situatievoorbeelden Situatie beide groepen uit: Lichtmeting is lager dan gewenste waarde. Groep 1 gaat aan (er wordt dus niet gekeken welke groep optimaal zou zijn). Verwachte lichtmeting gaat omhoog met de opbrengst van groep 1 (dus buiten + groep 1).
Instellingen: Grenssnelheid (wind) Gemeten windsnelheid Contact Elke hele minuut vergelijkt de Sirius-CU de gemeten windsnelheid met de 'Grenssnelheid' . Het contact wordt ingeschakeld als de gemeten windsnelheid lager is dan de 'Grenssnelheid' min de 'Hysterese' Het contact wordt uitgeschakeld als de windsnelheid hoger is dan de 'Grenssnelheid' .
Algemene instellingen en waardes Naast de regelingsinstellingen zijn er nog wat algemene instellingen. De volgende instellingen en waardes zijn te vinden onder de knop Tijd. De systeeminstelling 'Synchronisatie tijd' bepaalt hoe de Sirius-CU met de tijdsinstelling omgaat (zie hoofdstuk 7.9). Datum.
- Handleiding Sirius-CU Alarmen De Sirius-CU kent twee soorten alarmmeldingen. Bij de ene verschijnt alleen de melding knipperend op het display (zacht alarm = Waarschuwing), bij de andere wordt tevens het alarmcontact verbroken (hard alarm = Alarm), waardoor bijvoorbeeld een hoorn, zwaailamp en/of telefoonkiezer geactiveerd wordt.
Indien voor het meten van de ruimtetemperatuur twee temperatuurvoelers geïnstalleerd zijn, en er één temperatuurvoeler defect is, zal de Sirius-CU de gemeten temperatuur van de defecte voeler vervangen door de gemeten temperatuur van de andere voeler. 3.19/NLD/Mei 2016...
De Sirius-CU test een aantal interne functies die direct op de computer zelf van toepassing zijn. Als de computer een fout constateert, dan wordt een systeemalarm gegeven en het nummer van de fout wordt weergegeven. De mogelijke systeemalarmen zijn:...
Diagnose - Handleiding Sirius-CU Diagnose De Sirius-CU heeft een aantal extra functies waarmee extra informatie opgevraagd kan worden. Er zijn twee soorten extra informatie: minimum- / maximumwaarden; berekening gordijnpositie; windrichtinghistorie. Minimum- / maximumwaarden De minimum- en maximumwaarden en de tijdstippen waarop deze waarden bereikt werden, kunnen...
Diagnose - Handleiding Sirius-CU Berekening gordijnpositie Opvragen berekening gordijnpositie: Bij Hoofdgroep (Gordijnen): druk op en toets vasthouden. In één regel wordt weergegeven hoe de actuele gordijnpositie berekend is. Er zijn twee weergaven per gordijn mogelijk. In onderstaand voorbeeld is bij gordijn 1 weergavemogelijkheid 1 afgebeeld en bij gordijn 2 weergavemogelijkheid 2.
Er zijn reeds basisinstellingen ingesteld. De Sirius- CU zal het klimaat ook goed regelen zonder deze instellingen te wijzigen. Om de Sirius-CU precies af te stellen op het aangesloten systeem, kunt u deze instellingen aanpassen. Wij adviseren u dit te doen in overleg met uw installateur.
Opmerking: Wanneer u optie 2.4 selecteert, zal de Sirius-CU de tijdinstelling van optie 2.1 gebruiken. Wanneer de tijd van optie 2.1 is bereikt, zal de Sirius-CU de gordijnen compleet openen of sluiten. Daarna zet de Sirius-CU de gordijnen in de huidige stand.
0 en 50% wordt het gordijn naar 0% gestuurd. Bij een opening tussen de 50 en 100% wordt het gordijn naar 100% gestuurd. Gordijn 1 wordt nadat de uiterste positie in de Sirius-CU bereikt is nog een tijd aangestuurd zodat het gordijn ook daadwerkelijk deze positie bereikt. (Is het gordijn al in de uiterste positie dan zal de motor gestopt worden door het eindschakelsysteem van de gordijnen.)
SyncPlus wordt niet uitgevoerd tijdens hoge windsnelheden of regen. 7.2.3 Hysterese potentiometer De Sirius-CU controleert of de gewenste gordijnpositie overeenkomt met de werkelijke gordijnpositie. De werkelijke gordijnpositie wordt gemeten door de potmeter op de aandrijving. Indien het verschil tussen de gewenste gordijnpositie en de gemeten gordijnpositie groter is dan de 'Hysterese potmeteralarm' (SYS 3) wordt er een positiealarm gegeven.
Pagina 51
Systeeminstellingen - Handleiding Sirius-CU Voorbeeld Hieronder is een voorbeeld gegeven van het puls-pauzesturing gecombineerd met een schrikbeweging. neutraal Gordijn openen Gordijn sluiten Opdracht neutraal Oprollen pauze puls puls puls Afrollen puls puls pauze puls Tijd Als eerst wordt de schrikbeweging geactiveerd.
Systeeminstellingen - Handleiding Sirius-CU 7.3.2 Invloed windrichting De maximumgordijnopening wordt aangepast aan de hand van grenswaarden die zijn vastgelegd in een windcorrectiecurve, zie hoofdstuk 4.2.3. Als de windsnelheid boven een grenswaarde komt, dan zal de maximale gordijnopening worden aangepast. Zodra de windsnelheid daalt onder de grenswaarde min de 'Hysterese' (SYS 2.1), dan zal de maximale...
Systeeminstellingen - Handleiding Sirius-CU Ventilatie Omschrijving Basis Gebruiker Hysterese ventilatie UIT 0,5 °C °C Hysterese tunnelventilatie UIT 0,5 °C °C Verschiltemperatuurverschil verlagen minimum ventilatie 10,0 °C °C Bandbreedte verlagen minimum ventilatie 5,0 °C °C Maximum verlaging minimum ventilatie Cyclustijd bij cyclische ventilatie 7.4.1 Hysterese ventilatie en tunnelventilatie...
Systeeminstellingen - Handleiding Sirius-CU Verschiltemp. verlagen minimum ventilatie °C Bandbreedte verlaging minimum ventilatie °C Maximum verlaging minimum ventilatie Streeftemperatuur (ventilatie) °C Minimum ventilatie Ventilatie Buitentemperatuur 7.4.3 Cyclustijd bij cyclische ventilatie Bij cyclische ventilatie wordt de ventilatie volgens een puls / cyclustijd ingeschakeld. Binnen de cyclustijd worden de ventilatoren gedurende een bepaalde tijd ingeschakeld (pulstijd).
Systeeminstellingen - Handleiding Sirius-CU 7.6.1 Pulstijd koeling Als de gemeten ruimtetemperatuur hoger is dan de 'Streeftemperatuur koeling' of 'Streeftemperatuur ventilatie' ( ) plus 'Temperatuurverschil koeling' ( ), zie voorbeeld, dan wordt de koeling ingeschakeld. De koeling werkt met een variabele puls/pauze tijd. Bij het inschakelen wordt gestart met de 'Minimum pulstijd koeling' (SYS 1.2;...
Systeeminstellingen - Handleiding Sirius-CU 7.7.2 Vergroting gordijnopening en verhoging ventilatie Als de gemeten RV boven de 'Streefwaarde RV' (curve) komt, zal de gordijnopening vergroot worden. Wordt de RV hoger dan de 'Streefwaarde RV' plus 'Bandbreedte vergroten gordijnopening t.g.v. RV' (SYS 2.1) dan is de vergroting maximaal.
Pagina 59
Systeeminstellingen - Handleiding Sirius-CU Het effect van deze regels staat weergeven in de volgende diagrammen. Purge gordijn Purge RV Gordijn Tijd Gordijn Tijd Gordijn Tijd Opmerking: De purge-functie voor luchtvochtigheid wordt pas actief als de gemeten luchtvochtigheid hoger is dan de 'Streefwaarde RV' (zie hoofdstuk 4.7).
Systeeminstellingen - Handleiding Sirius-CU SYS 1.3 Hysterese verlichting Maximale stapgrootte dimbare verlichting Bandbreedte dimbare verlichting Streefsterkte verlichting Verhoging Verlichting Iedere minuut Gemeten Lichtsterkte (lx) Verlaging Verlichting Iedere minuut Vertraging uitschakelen verlichting De systeeminstelling (1.6) is een vertragingstijd voor het uitschakelen van de verlichting. Wanneer bijvoorbeeld de vertragingstijd 10 minuten is, dan wordt de verlichting pas uitgeschakeld als het lichtniveau in de stal langer dan 10 minuten hoger is dan de ‘Streefsterkte verlichting’...
Neutraal. De ingestelde tijd wordt niet gesynchroniseerd. De Sirius-CU gebruikt altijd zijn eigen interne tijd. Verzenden. De ingestelde tijd van Sirius-CU wordt, na een wijziging, verzonden naar de andere computers die via de CAN-Backbone verbonden zijn. Deze computers kunnen, indien dit is ingesteld, deze tijd overnemen.
De wijziging wordt bevestigd wanneer u op drukt. Serienummer Elke Sirius-CU heeft zijn eigen unieke serienummer. Deze kunt u op de volgende manier opvragen. U gaat naar de Hoofdgroep-uitlezing en drukt op de toets . Vervolgens drukt u op en uw serienummer verschijnt.
Een toegangscode bestaat uit cijfers. Bij het invoeren van de toegangscode krijgen de toetsen van de Sirius-CU een cijferwaarde zoals hierboven aangegeven. Na het invoeren van een code moet deze code, als bevestiging, nog een keer ingevoerd worden. Een toegangscode kan niet met 0 beginnen en heeft minimaal 1 cijfer en maximaal 3 cijfers.
Pagina 65
Indien bij OPT 5 een toegangscode wordt ingevoerd, dan zal bij het maken van een verbinding in Rainbow+CU om deze toegangscode gevraagd worden. Hiermee kan onbevoegde toegang tot de Sirius-CU via de PC worden voorkomen. Zie de informatie bij OPT 1 voor de nummerwaarde van de toetsen en de invoerwijze.
Installatieprocedure - Handleiding Sirius-CU Analoge ingangen De analoge ingangen zijn vrij programmeerbaar. Geef in onderstaande tabel aan op welke ingang de diverse onderdelen aangesloten zijn. Let op dat de jumpers van de ingangen 4 t/m 9 op de juiste positie geplaatst zijn (zie de aansluitschema's).
Installatieprocedure - Handleiding Sirius-CU Digitale ingangen De digitale ingangen zijn vrij programmeerbaar. Geef in onderstaande tabel aan op welke ingang de regenmelder aangesloten is. Digitale ingangen Melding tunnel- Keuze: Regenmelding 1 Regenmelding 2 ventilatie OPT 25 Ingang 1 OPT 26...
Installatieprocedure - Handleiding Sirius-CU Digitale uitgangen De digitale uitgangen zijn vrij programmeerbaar. Geef in onderstaande tabel aan op welke uitgang de diverse onderdelen aangesloten zijn. Gordijn 2 dicht Gordijn 2 open Gordijn 1 dicht Gordijn 1 open Windafhankelijke klok Stroverdelerklok...
Bij OPT 50.4 moet de lichtsterkte worden ingevoerd die gemeten wordt als de Luxmeter (lichtsterktemeter) 10 Vdc afgeeft. Opmerking Kalibreer altijd het weerstation; Metingen van een weerstation dat op een andere Sirius-CU is aangesloten worden altijd zonder kalibratie doorgegeven (via de CAN-Backbone). OPT 51 en 52, gordijnsturing open/dicht Voor gordijnen met een open/dicht-sturing (via digitale uitgangen) zijn OPT 51 en OPT 52 van belang.
Pagina 70
De looptijdcorrectie voor het openen en sluiten bedraagt 0 tot 1,2 seconden. Op basis van de looptijd van de motor rekent de Sirius-CU deze waarde om naar een correctie in %. Wanneer een gordijn opent en stopt, wordt de correctie iets verhoogd. Wanneer een gordijn sluit en stopt, wordt de correctie iets verlaagd.
Pagina 71
Installatieprocedure - Handleiding Sirius-CU OPT 53 en 54, Ventilatiecapaciteiten OPT 53 Proportionele ventilatie 2 000 m (totale capaciteit) 53.1 Capaciteit 1 ventilatie (groep) 2 000 m 53.3 Capaciteit cyclische ventilatie (groep 1) 0.000 m Opmerking Indien bij de proportionele ventilatiegroep geen cyclische ventilatie wordt toegepast dient bij OPT 53.3 de ventilatiecapaciteit op 0 m...
Pagina 72
Installatieprocedure - Handleiding Sirius-CU * Voor situaties waarbij gordijn 2 haaks op gordijn 1 staat: windhoek waarbinnen windcorrectie plaats mag vinden, wordt bepaald door instelling 'Hoek windcorrectie' (SYS 2.3). Gordijn 1 wordt gecorrigeerd als de windrichting tussen de windhoeken 180° + 360°-...
Installatieprocedure - Handleiding Sirius-CU = Op buitentemperatuur = Op binnentemperatuur Bij OPT 56 wordt de invloed van het weer op de maximale gordijnopening ingesteld. Zie voor meer informatie hoofdstuk 4.2.3. Optie 56.2 vervalt indien de regeling volgens MDV-voorschriften wordt geactiveerd.
Pagina 74
= Stappen wisselen = Stappencombinaties in vaste volgorde Bij stappen in vaste volgorde worden de stappen steeds in dezelfde volgorde in en uitgeschakeld. Bij wisselende stappen zal de Sirius-CU bij het schakelen rekening houden met de draaitijd van de ventilator(groep). Basis...
Aansluitschema - Handleiding Sirius-CU Aansluitschema De installatie van de Sirius-CU dient te worden uitgevoerd door een erkende installateur, volgens de daarvoor geldende wettelijke eisen. Gebruik altijd dubbel geïsoleerde kabels. Bundel kabels in de kast om korstsluiting door een eventueel losgeschoten kabeleind te voorkomen.
Aansluitschema - Handleiding Sirius-CU 10.4 Digitale uitgangen (relais uitgangen) 10.4.1 Algemeen Schakelaars zie 10.4.2 K3 K4 10 11 12 13 14 CON 4 CON 5 CON 6 K1 K2 K9 K10 CON 4 CON 5 4 5 6 8 9 10 11 12 13 14...
Pagina 82
Regensensor Keuze: Hotraco Agri BV wijst er op dat wanneer de Sirius-CU toegepast wordt voor het sturen van bewegende systemen, de Machinerichtlijn 2006/42/EG van toepassing is. Het is niet toegestaan om externe apparaten aan te sluiten die niet beschikken over SELV of Class II voeding (dubbel geïsoleerd).
Sluit de gordijnmotoren aan volgens onderstaand schema zodat de gordijnmotoren buiten de regeling om handmatig bediend kunnen worden. Gordijnmotor 1 Gordijnmotor 2 (230Vac) (230Vac) Elektromotoren die aangestuurd worden via de Sirius-CU mogen nooit aangesloten worden zonder een geschikte motorbeveiliging en afsluitbare werkschakelaar. Het schermsysteem moet voorzien zijn van afschermingen en/of beveiligingsinrichtingen. 3.19/NLD/Mei 2016...
Aansluitschema - Handleiding Sirius-CU Sluit het weerstation aan zoals aangegeven in het bovenstaande schema. Het weerstation wordt aangesloten op 3 analoge ingangen en 1 digitale ingang (zie ook hoofdstuk 10.1 en 10.3). Om aan de MDV voorschriften te voldoen moet het weerstation minimaal 1,5 meter boven de nok van de stal worden geplaats.
CAN-BK HO50010640 afscherming Backbone communicatie t.b.v. het doorgeven van alarmen en bijv. de buitentemperatuur. Door gebruik te maken van de SmartLink communicatie interface (RS-232) en het Rainbow+CU programma kan de Sirius-CU op afstand bestuurd worden vanaf uw PC. CAN- CAN-...
SIRIUS-CPU CAN-Backbone TX RX GND COM1 Rainbow+CU programma mogelijk RS-232 communicatie Sirius-CU op afstand te besturen. Deze communicatie verloopt via een directe verbinding met de PC of via een Modem. : zie montage voorbeeld afscherming (op vorige pag.) 3.19/NLD/Mei 2016...
Instellingenlijst - Handleiding Sirius-CU Instellingenlijst Toets Hoofdgroep Instelling Omschrijving Basis Gebruiker Op basis van temperatuur (°C Streeftemperatuur 5,0 °C °C Min. Alarm 0,0 °C °C verschil Max. alarm 6,0 °C °C verschil Absoluut max. 30,0 °C °C alarm verschil Op basis van THI...
Pagina 89
Instellingenlijst - Handleiding Sirius-CU Toets Hoofdgroep Instelling Omschrijving Basis Gebruiker Bandbreedte 6,0 °C °C (Temperatuurregeling) Bandbreedte 6,0 THI (THI regeling) Weerstation MDV regeling Windcorrectiecurve, Zie tabel 1a lage temperatuur Windcorrectiecurve, Zie tabel 1b medium temperatuur Windcorrectiecurve, Zie tabel 1c hoge temperatuur...
Pagina 90
Instellingenlijst - Handleiding Sirius-CU Toets Hoofdgroep Instelling Omschrijving Basis Gebruiker Ventilatieregeling op temperatuur (°C) Temperatuurverschil °C 5,0 °C ventilatie Min. ventilatie 10 % Max. ventilatie 100 % Bandbreedte °C 5,0 °C ventilatie Temperatuurverschil °C 0,0 °C tunnelventilatie Gordijn 1 positie bij...
Pagina 91
Instellingenlijst - Handleiding Sirius-CU Toets Hoofdgroep Instelling Omschrijving Basis Gebruiker Verwarming Temperatuurverschil °C -2,0 °C verwarming 1 Koeling Streeftemperatuur °C 6,0 °C koeling Max. RV koeling 95 % Luchtvochtigheid Streefwaarde RV 60 % Max. RV alarm 100 % RV verschil bevochtigen...
Pagina 93
Instellingenlijst - Handleiding Sirius-CU Tabel 1b: MDV regeling (curve medium temperaturen): Temperatuur waaronder de curve medium temperaturen geldt (basis: 18°C): °C Basis Gebruiker 1,0 m/s 90 % 90 % 2,0 m/s 80 % 80 % 4,0 m/s 50 % 50 %...
Pagina 94
Instellingenlijst - Handleiding Sirius-CU Tabel 3a: Twee windcorrectiecurven (curve 1): Temperatuur waaronder de curve 1 geldt (basis: 10°C): °C Basis Gebruiker 1,0 m/s 80 % 80 % 2,0 m/s 50 % 50 % 4,0 m/s 35 % 35 % 7,0 m/s...
5963 AC Hegelsom Nederland Kamer van Koophandel Venlo, nr. 12027894 verklaart hiermee dat dit product: Sirius-CU in overeenstemming is met de volgende normen of andere normatieve documenten: Emissie karakteristieken zijn bepaald volgens de standaard EN 61000-6-3. De gevoeligheid is vastgesteld volgens de eisen van de algemene immuniteitsstandaard EN 61000-6-1.
Nederland Kamer van Koophandel Venlo, nr. 12027894 verklaart hiermee dat het niet voltooide product: Sirius-CU Gedeeltelijk voldoet aan de bepalingen van de Machinerichtlijn (Richtlijn 200/42/EG). De volgende essentiële veiligheids- en gezondheidseisen zijn toegepast en vervuld: 1.1.2; 1.1.3; 1.1.5; 1.1.6; 1.2.2;...