Lees de instructies aandachtig door alvorens het product te gebruiken, en
bewaar ze voor eventuele toekomstige raadpleging.
VEILIGHEIDSNORMEN
De automatische systemen 550 garanderen, als ze op correcte wijze zijn geïnstal-
leerd en gebruikt, een hoge mate van veiligheid.
Daarnaast kunnen een aantal simpele gedragsregels accidentele ongemakken
voorkomen:
•
Blijf nooit onder de kanteldeur staan.
Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan, en sta niet toe dat
•
kinderen, personen of voorwerpen er in de buurt staan, met name als hij in
werking is.
•
Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers waarmee de
deur kan worden bediend buiten het bereik van kinderen.
•
Sta niet toe dat kinderen met het automatische systeem spelen.
•
Houd niet opzettelijk de beweging van de deur tegen.
•
Zorg dat takken of struiken de beweging van de deur niet kunnen hinderen.
•
Zorg dat de lichtsignalen altijd goed werken en goed zichtbaar zijn.
Probeer de deur niet met de hand te bewegen als hij niet eerst ontgrendeld
•
is.
•
In geval van storing moet de deur worden ontgrendeld om toegang mogelijk
te maken, en wacht op de technische assistentie van een gekwalificeerd
technicus.
•
Als de handbediende werking is ingesteld, moet de elektrische voeding naar de
installatie worden uitgeschakeld alvorens de normale werking te hervatten.
•
Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van het automa-
tische systeem.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere
•
rechtstreekse ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd
en geautoriseerd FAAC-personeel of een erkend FAAC-servicecentrum.
•
Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheidsvoorzieningen en
de aarding minstens eenmaal per half jaar controleren door ge
personeel.
BESCHRIJVING
Het automatische systeem 550 is ideaal om kanteldeuren met contragewichten
voor garages bij woningen te automatiseren.
Het bestaat uit één geheel met een elektrisch-mechanische aandrijving, elektroni-
sche bedieningsapparatuur, verlichting en een beschermingskap, dat met de juiste
accessoires op het deurblad van de kanteldeur moet worden aangebracht.
Het onomkeerbare systeem garandeert een mechanische vergrendeling van
de deur wanneer de motor niet in werking is, zodat er geen slot hoeft te worden
geïnstalleerd; een handmatige ontgrendeling zorgt ervoor dat de deur kan worden
bewogen in geval van een black-out of een storing.
De beknellingsbeveiliging wordt gegarandeerd door een regelbare elektronische
inrichting.
Met het automatische systeem 550 is het ook mogelijk twee aandrijvingen (550 I
+ 550) op dezelfde deur te installeren.
De deur is normaal gesproken gesloten; wanneer de elektronische besturing-
seenheid een openingscommando ontvangt van een afstandsbediening of een
willekeurige andere impulsgever, schakelt hij de elektrische motor in, waardoor
de deur zo ver opendraait dat toegang mogelijk is.
Als de automatische werking is ingesteld, sluit de deur vervolgens uit zichzelf na
de ingestelde pauzetijd.
Als de halfautomatische werking is ingesteld, moet een tweede impuls worden
gegeven om de poort weer te sluiten.
Als tijdens het openen een impuls voor opening wordt gegeven, wordt de bewe-
ging altijd stopgezet.
Een impuls voor opening die gegeven wordt tijdens het sluiten, zorgt ervoor dat
de beweging wordt omgekeerd.
Een stop-impuls (indien voorzien) zorgt er altijd voor dat de beweging wordt
gestopt.
Raadpleeg een installatietechnicus voor het gedetailleerde gedrag van de deur
met de verschillende bedrijfslogica's.
Op de automatische systemen kunnen veiligheidsvoorzieningen (fotocellen) zitten
die verhinderen dat de kanteldeur weer sluit wanneer er zich een obstakel in het
door hen beveiligde gebied bevindt.
De automatische systemen 550 zijn standaard uitgerust met een elektronische
beknellingsbeveiliging, die het koppel dat aan de deur wordt overgedragen
beperkt.
De handbediende opening is alleen mogelijk met behulp van het speciale ont-
grendelingsmechanisme.
Het lichtsignaal geeft aan dat de deur in beweging is.
De verlichting gaat aan wanneer de motor start, en blijft nog ongeveer 90 secon-
den branden nadat de motor is uitgegaan.
HANDBEDIENDE WERKING
De aandrijving is uitgerust met een ontgrendeling voor noodgevallen die van bin-
nenuit kan worden bediend; er kan, op verzoek, een slot op het deurblad worden
aangebracht waarmee de ontgrendeling van buitenaf kan worden bediend.
Als de deur met de hand moet worden bediend omdat de elektrische voeding
is uitgevallen of omdat het automatische systeem niet goed werkt, dient het
ontgrendelingsmechanisme te worden gebruikt, en wel als volgt.
Verwijder de voeding die op het differentieel (in het geval van een stroom-
storing).
1.
Van binnenuit (fig. 1)
Steek de inbussleutel en draai met de klok mee over een halve slag totdat
•
hij stopt.
Afhankelijk van het type van de installatie, kan de release aan de rechte-
rkant (a) of links (b).
•
Verwijder de sleutel en het handmatig verplaatsen van de deur
2.
Van buitenaf (fig. 2)
Open de beschermkap en steek de sleutel.
•
•
Draai tegen de klok in totdat hij stopt, verwijder het slot.
•
Steek de inbussleutel en draai deze tegen de klok in totdat hij stopt ongeveer
een halve draai.
•
Verwijder de sleutel en h
HERVATTING NORMALE WERKING
Om te voorkomen dat de deur tijdens de manoeuvre per ongeluk door een
impuls wordt ingeschakeld, moet alvorens de aandrijving opnieuw te ver-
grendelen eerst de voeding naar de installatie worden uitgeschakeld.
1.
Van binnenuit (fig. 1)
•
Steek de inbussleutel en draai deze tegen de klok in totdat hij stopt ongeveer
een halve draai.
Afhankelijk van het type van de installatie, kan de release aan de rechte-
rkant (a) of links (b).
•
Verwijder de inbussleutel.
Handmatig verplaatsen van de deur totdat deze stopt.
•
•
Herstel de voeding.
2.
Van buitenaf (fig. 2)
•
Steek de inbussleutel en draai met de klok mee over een halve slag totdat
hij stopt.
•
Verwijder de inbussleutel en steek het slot.
•
Draai de sleutel rechtsom totdat het kan worden verwijderd, sluit het deksel
van de bescherming.
•
Handmatig verplaatsen van de deur totdat deze stopt.
•
Herstel de voeding.
kwalificeerd
Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheidsniveau
te garanderen, moet ieder half jaar een algemene controle op de installatie wor-
den uitgevoerd, waarbij met name de veiligheidsvoorzieningen moeten worden
nagekeken. Het boekje 'Gebruiksaanwijzing' bevat een voorgedrukt formulier
om ingrepen te registeren.
Alle onderhoudswerkzaamheden en inspecties op de aandrijving moeten
worden uitgevoerd na de spanning naar de installatie te hebben uitge-
schakeld.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere
ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en erkend FAAC-
personeel of een erkend FAAC-servicecentrum.
550
Gids voor de gebruiker
et handmatig verplaatsen van de deur
Fig. 01
ONDERHOUD
REPARATIES
Page
Fig. 02