Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afstelling Van De (Optionele) Eindschakelaars - FAAC 550 Gebruikersgids

Inhoudsopgave

Advertenties

Page 
550
Gids voor de installateur
6.3. AFSTELLING VAN DE (OPTIONELE)
EINDSCHAKELAARS
Open de deur tot het gewenste punt; stel de nok zo in dat hij de
microschakelaar FCA inschakelt (fig. 11).
Sluit de deur; stel de nok zo in dat hij de microschakelaar FCC
inschakelt (fig. 11).
Als een besturingscentrale met vertraging wordt gebruikt,
vervroeg dan de activering van de microschakelaars.
Draai de schroeven op de nokken vast.
6.4. MONTAGE BEHUIZING
Zet de behuizing vast door de vier schroeven aan de zijkant vast
te draaien.
Druk de twee kunststof doppen in de niet door de aandrijfas
gebruikte gaten aan de zijkant van de behuizing.
Druk de kunststof dop in het gat aan de voorkant van de behui-
zing dat niet wordt gebruikt voor toegang tot het ontgrendelin-
gssysteem.
7. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Controleer vervolgens nauwgezet of het automatische systeem en
alle daarop aangesloten accessoires goed werken.
Geef de klant de pagina "Gebruikersgids" en toon hoe het automa-
tische systeem moet werken en hoe hij moet worden gebruikt.
8. HANDBEDIENDE WERKING
De aandrijving is uitgerust met een ontgrendeling voor noodge-
vallen die van binnenuit kan worden bediend; er kan, op verzoek,
een slot op het deurblad worden aangebracht waarmee de
ontgrendeling van buitenaf kan worden bediend.
Als de deur met de hand moet worden bediend omdat de elek-
trische voeding is uitgevallen of omdat het automatische systeem
niet goed werkt, dient het ontgrendelingsmechanisme te worden
gebruikt, en wel als volgt.
Verwijder de voeding die op het differentieel (in het geval van
een stroomstoring).
Van binnenuit (fig. 16)
Steek de inbussleutel en draai met de klok mee over een halve
slag totdat hij stopt.
Afhankelijk van het type van de installatie, kan de release
aan de rechterkant (a) of links (b).
Verwijder de sleutel en het handmatig verplaatsen van de
deur
Van buitenaf (fig. 17)
Open de beschermkap en steek de sleutel.
Draai tegen de klok in totdat hij stopt, verwijder het slot.
Steek de inbussleutel en draai deze tegen de klok in totdat hij
stopt ongeveer een halve draai.
Verwijder de sleutel en het handmatig verplaatsen van de
deur
9. HERVATTING NORMALE WERKING
Om te voorkomen dat de deur tijdens de manoeuvre per on-
geluk door een impuls wordt ingeschakeld, moet alvorens
de aandrijving opnieuw te vergrendelen eerst de voeding
naar de installatie worden uitgeschakeld.
Van binnenuit (fig. 16)
Steek de inbussleutel en draai deze tegen de klok in totdat hij
stopt ongeveer een halve draai.
Afhankelijk van het type van de installatie, kan de release
aan de rechterkant (a) of links (b).
Verwijder de inbussleutel.
Handmatig verplaatsen van de deur totdat deze stopt.
Herstel de voeding.
Van buitenaf (fig. 17)
Steek de inbussleutel en draai met de klok mee over een halve
slag totdat hij stopt.
Verwijder de inbussleutel en steek het slot.
Draai de sleutel rechtsom totdat het kan worden verwijderd,
sluit het deksel van de bescherming.
Handmatig verplaatsen van de deur totdat deze stopt.
Herstel de voeding.
10. ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant
veiligheidsniveau te garanderen, moet ieder half jaar een
algemene controle op de installatie worden uitgevoerd, waarbij
met name de veiligheidsvoorzieningen moeten worden nagekeken.
Het boekje 'Gebruiksaanwijzing' bevat een voorgedrukt formulier
om ingrepen te registeren.
Alle onderhoudswerkzaamheden en inspecties op de aan-
drijving moeten worden uitgevoerd na de spanning naar
de installatie te hebben uitgeschakeld.
11. REPARATIES
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties
of andere ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot
gekwalificeerd en erkend FAAC-personeel of een erkend FAAC-
servicecentrum.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave