Leer uw camera beter kennen
Fotografeertips en -informatie
Tips voordat u gaat fotograferen
De camera schakelt niet in, zelfs niet met als een batterij geplaatst is
De batterij is niet volledig opgeladen
• Laad de batterij op met het laadapparaat.
De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur
• Bij lage temperatuur nemen de prestaties van batterijen af. Het opladen helpt niet om
de camera in te schakelen. Verwijder de batterij en warm deze op door deze een tijdje
in uw zak te houden.
Kan het kaartje niet gebruiken
• Als het contactvlak van het kaartje vuil is, kan het scherm [CARD SETUP] weergegeven
worden zonder dat het kaartje gelezen wordt. Selecteer in dit geval [xD CARD CLEAN] en
druk op e. Neem het kaartje eruit en veeg het contactvlak met een zachte, droge doek af.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt
De camera staat in de sluimerstand
• Wordt de camera na 3 minuten niet gebruikt terwijl deze is ingeschakeld (het klepje van de
lens is open en de monitor is aan), dan neemt camera om de batterij te sparen automatisch
de sluimerstand aan en de monitor gaat uit. Er wordt geen opname gemaakt in deze stand,
zelfs niet als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt. Bedien de zoomknop of een andere
knop om de camera uit de sluimerstand te halen, voordat u een opname maakt. Wordt de
camera 15 minuten niet gebruikt, dan wordt de camera automatisch uitgeschakeld (het klepje
van de lens sluit en de monitor gaat uit). Druk op o om de camera in te schakelen.
De functieknop wordt op q of P gezet
• Dit is de stand Weergeven voor het weergeven van foto's op de monitor. Zet de functieknop
in de stand Fotograferen.
De functieknop staat op g
• Er kunnen geen foto's worden gemaakt als de fotogids wordt weergegeven. Maak foto's
nadat u het gewenste foto-effect heeft geselecteerd met behulp van de fotogids of stel de
functieknop op een andere instelling dan g in de stand Fotograferen.
De flitser wordt opgeladen
• Wacht tot # (flitser wordt opgeladen) niet meer knippert voordat u de foto maakt.
De geheugenindicator is vol
• Er kunnen geen foto's worden gemaakt als de geheugenindicator vol is. Wacht tot
de geheugenindicator weer ruimte heeft.
a
Fotograferen
Vóór de opname
(Indicator is gedoofd)
52
NL
b
Fotograferen
Eén opname
gemaakt
(Indicator brandt)
c
Fotograferen
Wachten
Twee of meer opnamen
gemaakt.
(Indicator brandt)
d
Maximale aantal
opnamen bereikt.
(Alle segmenten
lichten op)