Functie starten
In de ruststand van de handset:
¤
Displaytoets kort indrukken.
Submenu wordt geopend, de functie wordt uitgevoerd.
Toestel beveiligen tegen toegang door onbevoegden
Beveilig de systeeminstellingen van de telefoon met een systeem-PIN die alleen aan u
bekend is. De systeem-PIN moet onder andere worden ingevoerd bij het aanmelden of
afmelden van de handset, bij het wijzigen van de instellingen van het lokale netwerk,
voor een firmware-update en bij het herstellen van de standaardinstellingen.
Systeem-PIN wijzigen
U kunt de ingestelde, 4-cijferige systeem-PIN van het basisstation (standaardinstelling:
0000) wijzigen in een 4-cijferige PIN die alleen aan u bekend is.
¢
Ï Instellingen
v
~
Als de actuele systeem-PIN niet identiek is aan 0000.
De actuele systeem-PIN invoeren en
~
Nieuwe systeem-PIN invoeren.
§OK§
Displaytoets indrukken.
¢
¢
Systeem
Systeem-PIN
§OK§
indrukken.
Systeem instellen
79