Netwerkgebruiker
Apparaten en computers die in een netwerk met elkaar verbonden zijn, bijvoorbeeld-
servers, PC's en telefoons.
O
Openbaar IP-adres
Het openbare IP-adres is het adres van een netwerkcomponent in het internet. Dit
adres wordt toegekend door de internetprovider. Apparaten die een netwerkover-
gang van een lokaal netwerk met het internet realiseren (gateway of router), hebben
een openbaar en een lokaal IP-adres.
Zie ook: IP-adres,
Oproepdoorschakeling
Oproepomleiding
Automatische oproepomleiding van een oproep naar een ander nummer. Er zijn drie
soorten oproepomleidingen:
– Onvoorwaardelijke oproepdoorschakeling (CFU, Call Forwarding Unconditional)
– Oproepdoorschakeling indien bezet (CFB, Call Forwarding Busy)
– Oproepdoorschakeling bij niet opnemen (CFNR, Call Forwarding No Reply)
Outbound-proxy
Alternatief NAT-besturingsmechanisme voor STUN, ALG.
Outbound-proxy's worden door de VoIP-provider in firewall/NAT-omgevingen toege-
past als alternatief voor SIP-proxy-server. Zij sturen het gegevensverkeer door de fire-
wall.
Outbound-proxy en STUN-server moeten niet gelijktijdig worden gebruikt.
Zie ook:
STUN
en NAT.
Overdrachtssnelheid
Snelheid waarmee gegevens in het
snelheid wordt gemeten in gegevenseenheden per tijdeenheid (Mbit/s).
P
Paging (zoeken van handsets)
(Nederlands: zoeken naar handsets)
Functie van het basisstation voor het zoeken van aangemelde handsets. Het basissta-
tion brengt een verbinding dat stand met alle aangemelde handsets. Op de handsets
klinkt het belsignaal.
PIN
Persoonlijk identificatienummer
Dient als bescherming tegen onbevoegd gebruik. Als een PIN is ingesteld, moet voor
toegang tot een beveiligd bereik een cijfercombinatie worden ingevoerd.
De configuratiegegevens van uw basistelefoon kunt u met een systeem-PIN (4-cijfe-
rige combinatie) beveiligen.
Poort
Via een poort worden gegevens uitgewisseld tussen twee toepassingen in een
werk.
NAT
WAN
Verklarende woordenlijst
of
LAN
worden verzonden. De transmissie-
Net-
131