Verklarende woordenlijst
SIP-provider
Zie VoIP-provider.
SIP-proxy-server
IP-adres van de gateway-server van uw VoIP-providers.
Spraakcodec
Zie Codec.
Statisch IP-adres
Zie
Vast
IP-adres.
STUN
Simple Transversal of UDP over NAT
NAT-besturingsmechanisme.
STUN is een gegevensprotocol voor VoIP-telefoons. STUN vervangt het privé IP-adres
in de gegevenspakketten van de VoIP-telefoon door het openbare adres van het
beveiligde privé-netwerk. Voor de besturing van de gegevensoverdracht is boven-
dien een STUN-server in het internet nodig. STUN kan niet worden toegepast bij sym-
metrische NAT's.
Zie ook: ALG, Firewall, NAT, Outbound-proxy.
Subnet
Segment van een Netwerk.
Subnetmasker
IP-adres
bestaan uit een vast netwerk- en een variabel gebruikersnummer. Het net-
werknummer is voor alle
netwerknummer is, wordt vastgelegd in het subnetmasker. Bij het subnetmasker
255.255.255.0 zijn bijvoorbeeld de eerste drie delen van het IP-adres het netwer-
knummer en is het laatste deel het gebruikersnummer.
Symmetrische NAT
Bij een symmetrische NAT worden dezelfde interne IP-adressen en poortnummers toe-
gewezen aan afzonderlijke externe IP-adressen en poortnummers – afhankelijk van de
externe bestemmingsadressen.
T
TCP
Transmission Control Protocol
Transportprotocol. Beveiligd transmissieprotocol: voor de overdracht van gegevens
wordt een verbinding tussen verzender en ontvanger tot stand gebracht, bewaakt en
weer verbroken.
Terugbellen indien bezet
= CCBS (Completion of calls to busy subscriber). Als de beller een bezetsignaal krijgt,
kan hij de terugbelfunctie activeren. Wanneer de aansluiting aan de andere kant vrij-
komt, wordt dit aan de beller gemeld. Zodra deze de hoorn opneemt, wordt de verbin-
ding automatisch tot stand gebracht.
134
Netwerkgebruiker
identiek. Hoe groot het aandeel van het