Opmerking: Een telemetriesessie moet worden beëindigd aan de hand van het proces
Opmerking: Gebruik altijd het proces Einde sessie om te bevestigen dat de modus
De pulsgenerator programmeren tijdens implantatie
Deze sectie bevat de informatie die u nodig hebt voor het programmeren van de pulsgenerator tijdens
een implantatieprocedure.
Voorzichtig:
Voorzichtig:
Voorzichtig:
Voorzichtig:
Elektrodegegevens invoeren
De programmer bewaart informatie over de geïmplanteerde elektrode. U kunt als volgt deze
informatie voor een nieuwe of vervangende elektrode voor de patiënt vastleggen:
1. Selecteer het pictogram Hoofdmenu (online).
2. Selecteer de knop Implanteren.
3. Selecteer het pictogram voor Automatisch instellen op de navigatiebalk. Het scherm
Automatisch instellen wordt weergegeven (Afbeelding 20).
4. Selecteer de knop Elektrode-ID instellen.
EMBLEM™ S-ICD-PROGRAMMER: BEDIEnInG
Einde sessie, zoals beschreven in stappen 1 t/m 4 hierboven, zodat de gegevens
die tijdens de sessie zijn verkregen, worden opgeslagen. Als de programmer
tijdens een sessie wordt uitgeschakeld, hetzij automatisch, hetzij handmatig,
worden de sessiegegevens niet opgeslagen.
Therapie is ingesteld op Aan en bekijk alle waarschuwingsberichten
die worden weergegeven.
Gebruik alleen de telemetriekop model 3203 in
combinatie met de programmer.
De telemetriekop is niet steriel. De telemetriekop mag niet
worden gesteriliseerd. Bewaar de telemetriekop in een afgesloten
steriele ruimte voordat u deze gebruikt in het steriele veld.
De programmer is niet steriel en kan niet worden gesteriliseerd.
De programmer moeten buiten het steriele veld blijven.
Controleer of de programmer kan communiceren met
de S-ICD-pulsgenerator die u wilt implanteren.
43