EMBLEM™ S-ICD-PROGRAMMER: ALGEMEnE BESChRIjvInG
Beschermde omgevingen� Raad patiënten aan om medische informatie in te winnen alvorens
•
locaties te betreden die de werking van het actieve, geïmplanteerde medische apparaat negatief
zouden kunnen beïnvloeden, inclusief ruimten die voorzien zijn van een waarschuwingsbericht,
waarmee de toegang wordt ontzegd aan patiënten met een pulsgenerator.
Gevoeligheidsinstellingen en EMI� Bij inductie van signalen van meer dan 80 uV, kan
•
de pulsgenerator vatbaarder zijn voor laag-frequente elektromagnetische interferentie.
Overdetectie van ruis als gevolg van deze verhoogde gevoeligheid kan leiden tot de
afgifte van ontoereikende shocks. Houd hier rekening mee bij het opstellen van het
controleschema voor patiënten die aan laag-frequente elektromagnetische interferentie
worden blootgesteld. De meest voorkomende bron van elektromagnetische interferentie
binnen dit frequentiebereik is het elektriciteitssysteem van sommige Europese treinen; deze
werken bij 16,6 Hz. Patiënten die voor hun werk met dit soort systemen in aanraking komen,
verdienen daarom extra aandacht.
Klinische overwegingen
Levensduur� Met een lege batterij kan de S-ICD-pulsgenerator niet meer functioneren.
•
Defibrillatie en bovenmatige laadcycli verkorten de levensduur van de batterij.
•
Gebruik bij kinderen� Het S-ICD-systeem is niet getest voor gebruik bij kinderen.
•
Beschikbare therapieën� Het S-ICD-systeem is niet bedoeld voor langdurige
bradycardiestimulatie, cardiale resynchronisatietherapie (CRT) of
anti-tachycardiestimulatie (ATP).
Implantatie
•
Vermijd shocks bij het implantaat� Controleer of het apparaat in de opbergmodus of op
Therapie uit staat om de afgifte van ongewenste shocks aan de patiënt, of de persoon die
het apparaat tijdens de implantatie hanteert, te voorkomen.
Apparaatprogrammering
Detectie aanpassen� Na een eventuele aanpassing van de detectieparameters of een
•
wijziging van de subcutane elektrode, moet u altijd de detectie te controleren.
Patiënt horen pieptonen uit hun apparaten komen. Patiënten moeten onmiddellijk hun
•
arts raadplegen als er een pieptoon uit het apparaat komt.
Programmeerbare functies voor supraventriculaire tachyaritmieën (SVT's)� Stel vast of
•
het apparaat en de geprogrammeerde parameters geschikt zijn voor patiënten met SVT's.
Het apparaat zou namelijk onder invloed van SVT's ongewenste therapie kunnen afgeven.
7