Inhoudsopgave
Advertenties
EMBLEM™ S-ICD-PROGRAMMER: BEDIEnInG
Voor een optimale telemetrie moet de kop precies boven de geïmplanteerde pulsgenerator worden
gehouden. Ook als het er op lijkt dat de programmer over grotere afstanden met de pulsgenerator
kan communiceren, moet het programmeren toch altijd worden uitgevoerd met de kop direct
boven de geïmplanteerde pulsgenerator.
Waarschuwing:
De aanwezigheid van andere apparatuur die binnen dezelfde frequentieband werkt
als de programmer (402-405 MHz voor de pulsgenerator en 2,4 GHz voor de printer)
kan de communicatie verstoren. Zelfs als de andere apparatuur voldoet aan de
emissievereisten van de International Special Committee on Radio Interference
(CISPR) kan er interferentie optreden. Deze RF-interferentie kan verminderd worden
door de afstand te vergroten tussen het interfererende apparaat en de programmer
en pulsgenerator of de printer. Raadpleeg de sectie Probleemoplossing in deze
handleiding als de communicatieproblemen blijven bestaan.
Als er een verlies aan telemetrie optreedt, wordt het weergavescherm geel en wordt er een bericht
weergegeven met de tekst „Communicatieverlies" om de gebruiker er attent op te maken. Verplaats
de telemetriekop om de verbinding tot stand te brengen. Als de pulsgenerator is gevonden, keert
de programmer terug naar het scherm dat werd weergegeven voordat het telemetrieverlies optrad
en kunt u verdergaan met programmeren.
Opmerking: Als de communicatie niet kan worden hersteld, moet de sessie worden beëindigd
en opnieuw worden gestart door te zoeken (scannen) naar de pulsgenerator.
Afbeelding 5: De kop aansluiten
23
Advertenties
Inhoudsopgave
