EMBLEM™ S-ICD-PROGRAMMER: ALGEMEnE BESChRIjvInG
S-ICD-systeem: waarschuwingen
Algemeen
Compatibiliteit van de componenten� Alle implanteerbare componenten van het
•
Boston Scientific S-ICD-systeem zijn ontwikkeld voor gebruik in combinatie met het
S-ICD-systeem van Boston Scientific of Cameron Health. Als een S-ICD-systeemcomponent
wordt aangesloten op een component die niet compatibel is, kan de levensreddende
defibrillatietherapie niet worden geleverd.
•
Back-updefibrillatiebescherming� Zorg er tijdens de implantatie en de controletests altijd
voor dat er externe defibrillatie-apparatuur beschikbaar is en dat er medisch personeel met
CPR-ervaring klaar staat. Een geïnduceerde ventriculaire tachyaritmie die niet tijdig wordt
beëindigd, kan tot overlijden van de patiënt leiden.
Interactie met de pulsgenerator� Het gebruik van meerdere pulsgeneratoren zou
•
interactie tussen de pulsgeneratoren kunnen veroorzaken, wat kan leiden tot letsel van
de patiënt of een tekort aan therapieafgifte. Test elk systeem afzonderlijk en in combinatie
met andere systemen, om ongewenste interacties te voorkomen. Raadpleeg voor meer
informatie de handleiding bij de S-ICD-pulsgenerator.
Na de implantatie
Magneetrespons� Wees voorzichtig bij plaatsing van een magneet boven de
•
S-ICD-pulsgenerator; hierdoor wordt de detectie van aritmieën en de respons op de
therapie opgeschort. Na verwijdering van de magneet wordt de detectie van aritmieën
en de respons op de therapie weer hervat.
Magneetrespons bij diepgelegen implantaat� Bij patiënten met een diepgelegen
•
implantaat (een grotere afstand tussen de magneet en de pulsgenerator) blijft de
magneetrespons na het aanbrengen van de magneet mogelijk achterwege. In dat
geval kan de magneet niet worden gebruikt voor het onderdrukken van de therapie.
Diathermie� Stel een patiënt met een geïmplanteerd S-ICD-systeem niet bloot aan
•
diathermie. Door de interactie van de diathermiebehandeling met een geïmplanteerde
S-ICD-pulsgenerator of -elektrode kan de pulsgenerator beschadigd raken met mogelijk
letsel van de patiënt tot gevolg.
Blootstelling aan MRI (Magnetic Resonance Imaging)� Maak geen MRI-scans bij
•
patiënten. Sterke magnetische velden kunnen de pulsgenerator en/of de subcutane
elektrode beschadigen, met mogelijk letsel of overlijden van de patiënt tot gevolg.
6