Inhoudsopgave
Advertenties
TESTPROCEDURE VOOR VERLENGKABELS VAN
Controleer of de console in de snelheidssensormodus SP1 is terwijl u de kabel test. Koppel de
verlengkabel los van de snelheidssensorkabel. Houd de connector van de verlengkabel zodanig dat
de spiebaan naar de stand 12 uur wijst.
PENAANDUIDINGEN
Contact op 2 uur is spanning.
Contact op 10 uur is aarde.
Contact op 6 uur is signaal.
SPANNINGSWAARDEN
1) Contact 10 uur naar contact 6 uur = +5 VDC.
2) Contact 10 uur naar contact 2 uur = +5 VDC.
PROCEDURE VOOR CONTROLEREN VAN KABEL:
1) Voer als snelheidskalibratiegetal 1000 in de toets
2)
Druk op de toets
3)
Maak met een kleine doorverbindingsdraad (of paperclip) kortsluiting tussen de contacten op 10 uur
en 6 uur met een beweging "kortsluiting-geen kortsluiting". Steeds wanneer contact wordt gemaakt,
hoort het totaal voor de afstand in stappen van 1 of meer toe te nemen.
4)
Als de afstand niet toeneemt, verwijdert u het stuk kabel en herhaalt u de test bij de volgende, dichtst
bij de console gelegen connector. Vervang de defecte kabel indien vereist.
5)
Voer de bovenstaande spanningscontroles uit.
6)
Als alle kabels goed blijken te zijn, vervangt u de snelheidssensor.
OPMERKING:
APPENDIX 4
SNELHEIDSSENSOREN
Als geen spanning van +5 VDC aanwezig is, koppelt u de kabel
van de stroomsensor los. Als de snelheidswaarde wordt hersteld,
test u de kabel van de stroomsensor aan de hand van de appendix
"TESTPROCEDURE VOOR STROOMMETERKABELS".
.
Na de test voert u weer het juiste snelheidskalibratiegetal in vóór de
toepassing.
in.
41
Advertenties
Inhoudsopgave
