Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATIE- EN KALIBRATIEPROCEDURE VAN
SNELHEIDSSENSOR VOOR WIELAANDRIJVING
1.
SNELHEIDSSENSOR VAN WIELAANDRIJVING MONTEREN
De snelheidssensor van de wielaandrijving bestaat uit vier magneten, een schakelaar met kabel en
bevestigingsmiddelen.
Volgorde voor monteren van snelheidssensor:
l)
Selecteer een niet-aangedreven wiel (linker voorwiel van trekker of wiel van uitrustingsstuk).
2)
Controleer of er voorgeboorde gaten in de velg zijn. Als er geen voorgeboorde gaten zijn, zie dan
"INSTRUCTIES VOOR BOREN IN VELG VOOR SNELHEIDSSENSORMAGNETEN VAN
WIELAANDRIJVING".
3)
Monteer de vier magneten aan de binnenkant van de velg en zet ze vast (zie de onderstaande
afbeeldingen). De magneten moeten afwisselend (rood-zwart) worden gemonteerd.
4)
Monteer de schakelaar op een vaste kolom met de bijgeleverde bevestigingsmiddelen (zie
hieronder). De schakelaar hoeft niet met het wiel te draaien.
SCHAKELAAR
5)
Plaats de schakelaar zodanig dat de magneten over het midden van de zwarte, gevormde
schakelaar lopen terwijl het wiel draait.
6)
De vrije ruimte tussen de magneten en schakelaar moet 1/4 inch [6 mm] à 1 inch [25 mm] zijn. Terwijl
de wielen recht naar voren staan, draait u het wiel om te controleren of de vrije ruimte correct is.
Verzeker u ervan dat de wielen van het voertuig in beide richtingen naar hun verste stand kunnen
worden gedraaid zonder dat de magneten de schakelaar raken.
7)
Zet de schakelaarbeugel vast.
8)
Zet de kabel met plastic kabelbinders aan de kolom vast.
APPENDIX 1
PLAATS VAN MAGNETEN
34
MAGNEET
Advertenties
Inhoudsopgave
