5.
"RATE 1 EN RATE 2 CAL" (KALIBRATIE DOSIS 1 EN DOSIS 2)
BEREKENEN
Bepaal de dosis van de toe te passen chemische stof. Raadpleeg een dealer om er zeker van te zijn
dat deze spuitmondstukken hiervoor geschikt zijn. Het volgende moet bekend zijn wanneer u bepaalt
welke spuitmondstukken met de spuitmachine kunnen worden gebruikt:
1) Nominale toepassingsdruk
2) Toe te passen doeldosis
3) Doelsnelheid
4) Tussenruimte mondstukken
Uit deze informatie berekent u als volgt het volume per minuut, per mondstuk:
GPM [lit/min] = GPA [lit/ha] x MPH [km/h] x inches [cm]
VOORBEELD: 1)
2)
3)
4)
GPM = 20 GPA x 5,2 MPH x 20 inches = 0,35
Gebruik GPM 0,35 en druk 30 en selecteer spuitstuknummer XR8004 uit de tabel hieronder omdat dit het dichtste
bij het gewenste debiet ligt.
STROOMSNELHEIDSGRENZEN CONTROLEREN:
De spuitsnelheid moet binnen het gespecificeerde bereik voor de bijgeleverde stroommeter liggen.
STROOMMETERMODEL
RFM 5
RFM 15
RFM 60P
RFM 100
RFM 200/200 Poly
RFM 400
___ PSI [kpa]
___ GPA [lit/ha]
___ MPH [km/h]
___ inch [cm]
5,940 [60,000]
Toepassingsdruk
Toe te passen doeldosis
Doelsnelheid
Tussenruimte mondstukken
5,940
0,05-5 GPM [0,2-18,9 lit/min]
0,3-15 GPM [1,1-56,8 lit/min]
1-60 GPM [3,8-210 lit/min]
3-100 GPM [11,4-380 lit/min]
15-200 GPM [56,8-760 lit/min]
25-400 GPM [94,6-1515 lit/min]
13
= 30 PSI
= 20 GPA
= 5,2 MPH
= 20 inch
STROOMBEREIK