Montage
48
6.2
Montage van het instrument
6.2.1
Benodigd montagegereedschap
• Voor schroefdraad 3/4": steeksleutel 36 mm
• Voor schroefdraad 1-1/2": steeksleutel 55 mm
• Voor inkorten van staaf- of coaxsonde: zaag
• Voor inkorten kabelsondes:
– Inbussleutel AF 3 mm (voor 4 mm kabels) of AF 4 mm (voor 6 mm kabels)
– Zaag of betonschaar
• Voor flenzen en andere procesaansluitingen: geschikt montagegereedschap
• Verdraaien van de behuizing: steeksleutel 8 mm
6.2.2
Inkorten van de sonde
Voor het inkorten van de sonde: vul de nieuwe lengte van de sonde in de beknopte
handleiding in die zich in de elektronicabehuizing achter de displaymodule bevindt.
Inkorten van staafsondes
Staafsondes moeten worden ingekort wanneer de afstand tot de tankbodem of
uitlaatconus minder is dan 10 mm (0,4 in). De staven van een staafsonde worden ingekort
door afzagen aan het uiteinde.
Staafsondes van de FMP52 kunnen niet worden ingekort omdat deze bekleed zijn.
Inkorten van kabelsondes
Kabelsondes moeten worden ingekort wanneer de afstand tot de tankbodem of
uitlaatconus minder is dan 150 mm (6 in).
Kabelsondes van de FMP52 kunnen niet worden ingekort omdat deze bekleed zijn.
Levelflex FMP51, FMP52, FMP54 HART
Endress+Hauser
A0014241