Montage
44
Stap Parameter
1
Expert → Sensor → Gasfase compensatie → GFC-
modus
2
Expert → Sensor → Gasfase compensatie
→ Constante GPC factor
Compensatie via kalibratieparameters
Wanneer een echte gasfase moet worden gecompenseerd, is de
gasfasecompensatiefunctie niet beschikbaar voor het corrigeren van de externe montage.
In dit geval moeten de kalibratieparameters (Leeginregeling en Inregeling vol) worden
ingesteld en een waarde langer dan de werkelijke sondelengte moet in Parameter Actuele
sondelengte worden ingesteld. De correctiefactor voor deze drie parameters wordt
bepaald door het quotiënt van de sondelengte gemeten wanneer de tank leeg is en de
werkelijke sondelengte LN.
Het instrument bepaalt de positie van de sonde-uiteinde-echo in de verschilcurve. Op
die manier is de waarde van de gemeten sondelengte afhankelijk van de
onderdrukkingscurve. Teneinde een exacte waarde te bepalen, wordt geadviseerd de
sondelengte handmatig te bepalen aan de hand van de weergave van de
omhullingscurve in FieldCare.
Stap Parameter
1
Setup → Leeginregeling
2
Setup → Inregeling vol
3
Setup → Uitgebreide setup → Antenne
instellingen → Sonde lengtecorrectie → Bevestig
sondelengte
4
Setup → Uitgebreide setup → Antenne
instellingen → Sonde lengtecorrectie → Actuele
sondelengte
Levelflex FMP51, FMP52, FMP54 HART
Actie
Kies de Optie Constante GPC factor.
Voer quotiënt in: "(werkelijke sondelengte)/
(gemeten sondelengte)".
Actie
Verhoog de parameterwaarde met "(gemeten
sondelengte)/(werkelijke sondelengte)".
Verhoog de parameterwaarde met "(gemeten
sondelengte)/(werkelijke sondelengte)".
Kies de Optie Handmatige invoer.
Voer de gemeten sondelengte in.
Endress+Hauser