Reparaties
114
14
Reparaties
14.1
Algemene informatie over reparaties
14.1.1
Reparatieconcept
Het uitgangspunt van het Endress+Hauser reparatieconcept is de modulaire opbouw van
de instrumenten en dat reparaties kunnen worden uitgevoerd door de Endress+Hauser
service of speciaal opgeleide klanten.
Reserveonderdelen zijn opgenomen in speciale sets. Deze bevatten de bijbehorende
vervangingshandleiding.
Voor meer informatie over service en reservedelen kunt u contact opnemen met de
service-afdeling van Endress+Hauser.
14.1.2
Reparaties aan Ex-gecertificeerde instrumenten
Houd rekening met het volgende bij het uitvoeren van reparaties aan Ex-gecertificeerde
instrumenten:
• Reparaties aan Ex-gecertificeerde instrumenten mogen alleen worden uitgevoerd door
speciaal opgeleid personeel van de Endress+Hauser Service.
• De betreffende geldende normen, nationale voorschriften en de veiligheidsinstructies
(XA) en de certificaten moeten worden aangehouden.
• Gebruik alleen originele reservedelen van Endress+Hauser.
• Let bij het bestellen van de reservedelen op de instrumentidentificatie op de typeplaat.
Onderdelen mogen alleen door dezelfde onderdelen worden vervangen.
• Voer reparaties uit conform de handleiding. Na een reparatie moet de voor het
instrument voorgeschreven test worden uitgevoerd.
• Alleen de Endress+Hauser Service mag een gecertificeerd instrument ombouwen naar
een andere gecertificeerde variant.
• Documenteer alle ombouw- en reparatiewerkzaamheden.
14.1.3
Vervangen van een elektronicamodule
Wanner een elektronicamodule is vervangen, is het niet nodig een nieuw basis-setup uit te
voeren omdat de kalibratieparameters zijn opgeslagen in de HistoROM welke zich in de
behuizing bevindt. Echter, na het vervangen van de hoofdelektronicamodule kan het nodig
zijn een nieuwe onderdrukkingscurve op te nemen (stoorecho-onderdrukking).
14.1.4
Vervangen van een instrument
Nadat een compleet instrument of de elektronicamodule is vervangen, kunnen de
parameters weer in het instrument worden gedownload op één van de volgende manieren:
• Via de displaymodule
Voorwaarde: de configuratie van het oude instrument is in de displaymodule opgeslagen
→ 204.
• Via FieldCare
Voorwaarde: de configuratie van het oude instrument is in de computer opgeslagen via
FieldCare.
U kunt doorgaan met meten zonder een nieuwe setup uit te voeren. Alleen een linearisatie
en een onderdrukkingscurve (stoorecho-onderdrukking) moeten opnieuw worden
uitgevoerd.
Levelflex FMP51, FMP52, FMP54 HART
Endress+Hauser