NL
10.1 Reservebronmodus (P27 = 0)
In deze modus worden de energiebronnen geactiveerd wanneer de buitentemperatuur onder een in de
parameters P09 en P10 van het menu "Technologie" geselecteerde waarde zakt, om de warmtepomp te helpen
aan zijn behoeften te voldoen, waarbij beide systemen gecombineerd werken. Dit is de standaard ingestelde
modus.
De reserve-energiebron voor warm water (E1) wordt alleen geactiveerd wanneer de warmtepomp werkt in de
verwarmingsmodus voor warm water, en de reserve-energiebron voor verwarming (E2) wordt alleen
geactiveerd wanneer deze werkt in de verwarmingsmodus.
Instellen van de backupmodus voor warm water (E1)
Wanneer de warmtepomp in de warmwatermodus werkt, wordt de op uitgang E1 aangesloten hulpenergiebron
geactiveerd als de buitentemperatuur onder de in parameter P09 ingestelde waarde daalt en de warmtepomp
het ingestelde setpoint voor de warmwatertemperatuur niet kan bereiken. Zodra de hulpenergiebron is
geactiveerd, werken de warmtepomp en de hulpenergie samen om de gewenste warmwatertemperatuur te
bereiken.
Het waardebereik voor parameter P09 ligt tussen -20 ~ +20 ºC. De standaardwaarde is 0 ºC en kan worden
verhoogd of verlaagd door de gewenste waarde in het weergegeven submenu te markeren. Zodra u de
gewenste waarde hebt geselecteerd, drukt u op de toets "Ent" om de instelling op te slaan.
Instellen van de backupmodus voor verwarming (E2)
Wanneer de warmtepomp in de verwarmingsmodus werkt, wordt de op uitgang E2 aangesloten hulpenergiebron
geactiveerd als de buitentemperatuur onder de in parameter P10 geselecteerde waarde daalt en de warmtepomp
het setpoint voor de verwarmingstemperatuur niet kan bereiken. Zodra de hulpenergiebron is geactiveerd,
werken de warmtepomp en de hulpenergie samen om de gewenste verwarmingstemperatuur te bereiken.
Het waardebereik voor parameter P10 ligt tussen -20 ~ +20 ºC. De standaardwaarde is 0 ºC en kan worden
verhoogd of verlaagd door de gewenste waarde in het weergegeven submenu te markeren. Zodra de gewenste
waarde is geselecteerd, drukt u op de toets "Ent" om de instelling op te slaan.
10.2 Hulpbronmodus (P27 = 1)
In deze bedrijfsmodus wordt de verwarmingsreserve-energiebron (E2) een alternatieve energiebron naast die
van de warmtepomp ("hulpbron"). Hij wordt geactiveerd wanneer de buitentemperatuur onder de waarde zakt
die in parameter P28 van het technisch menu is geselecteerd (zie "Technisch menu"). Tegelijkertijd wordt de
warmtepomp uitgeschakeld (stand-by modus), zodat de hulpbron E2 overblijft als enige warmtebron voor het
hele systeem, voor verwarming en warm water.
In deze bedrijfsmodus wordt de hulpenergiebron voor warmwaterbereiding (E1) alleen geactiveerd wanneer het
nodig is om een temperatuur van meer dan 50 ºC in de warmwatertank te bereiken.
Het waardebereik voor parameter P28 ligt tussen -30 ~ +10 ºC. De standaardwaarde is -15 ºC en deze waarde
kan worden verhoogd of verlaagd door de gewenste waarde in het weergegeven submenu te markeren. Zodra
de gewenste waarde is geselecteerd, drukt u op de toets "Ent" om de instelling op te slaan.
48