Inhoudsopgave
Advertenties
Wanneer u 2 kamerthermostaten tegelijk installeert (één voor verwarming en één voor koeling), moet u ervoor
zorgen dat de temperaturen van de twee thermostaten correct worden ingesteld, zodat ze elkaar
niet overlappen en beide thermostaten niet tegelijkertijd kunnen worden geactiveerd.
Werking met de verwarming-koeling-omschakelingsthermostaat (2 draden)
Als u een kamerthermostaat met verwarmings-/koelfunctie (2 draden) hebt geïnstalleerd, selecteer dan de
werkingsmodus (verwarmen of koelen) waarin u de warmtepomp wilt laten werken. Zodra de thermostaat in de
woning is geïnstalleerd, selecteert u de gewenste temperatuur en de bedrijfstijden als het een klokthermostaat is
(zie de handleiding van de thermostaat). De warmtepomp schakelt in en activeert de gekozen werkingsmodus
(verwarmen of koelen) totdat de op de ruimtethermostaat ingestelde temperatuur is bereikt. Wanneer de
gewenste temperatuur in het appartement is bereikt, wordt de verwarmings- of koelmodus van het
verwarmings-/airconditioningsysteem gedeactiveerd en wordt de warmtepompwerking uitgeschakeld. Op het
scherm van de elektronische regeleenheid verschijnt het symbool dat aangeeft dat de warmtepomp door de
kamerthermostaat is uitgeschakeld (stand-by).
Bij de installatie van een 2-draads verwarming/koeling omschakelingsthermostaat (verwarming of koeling) is het
van essentieel belang dat de werkingsmodus van de warmtepomp correct wordt geselecteerd, zodat
beide in dezelfde modus kunnen werken. Als op de thermostaat de verwarmingsmodus is
geselecteerd, moet de warmtepomp ook in deze modus werken.
4.9 Buitengebruik afhankelijk van weersomstandigheden (AU)
Met deze werkingsmodus kan de elektronische regelaar van de warmtepomp de verwarmingstemperatuur
berekenen afhankelijk van de buitentemperatuur (AU) op een bepaald moment en de voorwaarden van het
verwarmingssysteem optimaal aanpassen om het wooncomfort te verbeteren en energie te besparen.
Om deze modus te selecteren, drukt u op MODE (3) in het beginscherm en vervolgens op AU modus:
Bedrijfsmodus afhankelijk van de weersomstandigheden buiten (AU).
In deze bedrijfsmodus wordt de insteltemperatuur van het verwarmingssysteem automatisch door de
elektronische regeling berekend op basis van de buiten de woning gemeten temperatuur volgens de volgende
werkingscurven. De keuze van de bedrijfscurve moet worden gemaakt door technisch gekwalificeerd personeel.
Om de gewenste curve te configureren, moeten de parameters P45 en P46 van het technisch menu worden
aangepast (zie "Technisch menu").
Parameter P45
Gebruik parameter P45 om de offset in te
stellen die de curve horizontaal verschuift in de
grafiek.
Het selecteerbare waardebereik is -30~15 ºC.
De standaardwaarde is 0 ºC. Deze waarde kan
worden
verhoogd
of
verlaagd
door
de
gewenste
waarde
in
het
weergegeven
submenu te markeren. Zodra u de gewenste
waarde hebt geselecteerd, drukt u op de toets
"Ent" om de instelling op te slaan.
13
Advertenties
Inhoudsopgave
