5.2 Instellen van de gewenste temperatuur in de verwarmingsmodus
Het selecteerbare waardebereik voor de verwarmingsmodus is 10~55 ºC. De standaardwaarde is 45 ºC en kan
worden verhoogd of verlaagd door de gewenste waarde in het weergegeven submenu te markeren. Zodra u de
gewenste waarde hebt geselecteerd, drukt u op de toets Ent om deze op te slaan.
Naast de temperatuurwaarden kan een automatische insteltemperatuur worden geselecteerd als de
bedrijfsmodus verwarming is geselecteerd, afhankelijk van de weersomstandigheden buiten (AU).
wordt weergegeven op het startscherm om aan te geven dat de bedrijfsmodus voor buitencondities is
geactiveerd. De insteltemperatuur wordt automatisch door de elektronische regeleenheid ingesteld op basis van
de gemeten buitentemperatuur, volgens de door de installateur of de officiële technische dienst vooraf
ingestelde bedrijfscurves (zie "Werking afhankelijk van de temperatuur").
de weersomstandigheden buiten").
OPMERKING:
Als automatische werking is geselecteerd afhankelijk van de externe klimaatomstandigheden ( AU ),
een
verkeerde
instelling
van
de
werkingscurven
kan
tot
gevolg
hebben
dat
het
verwarmingssysteem niet het gewenste comfort in huis produceert, niet verwarmt bij extreme
koude en/of oververhit raakt bij warm weer.
5.3 Instellen van de gewenste temperatuur van het sanitair warm water
Het instelbare waardebereik voor de warmwaterstand is 10~60 ºC. De standaardwaarde is 50 ºC en kan worden
verhoogd of verlaagd door de gewenste waarde in het weergegeven submenu te markeren. Zodra de gewenste
waarde is geselecteerd, drukt u op de toets Ent om deze op te slaan.
Indien de gewenste temperatuur in de tank hoger is dan 50 ºC, is het noodzakelijk een extra warmtebron in de
tank te installeren (elektrische verwarmingsweerstand, extra ketel, enz.). De warmtepomp verwarmt het water
in de tank tot 50 ºC en schakelt vanaf deze temperatuur de extra warmtebron in om de gewenste bovenste
temperatuur te bereiken.
5.4 Instellen van de parameters van de antilegionellafunctie
Voor de configuratie en de werking van de legionellabeveiligingsfunctie moeten de parameters P18, P81, P82 en
P83 Service menu (zie Service menu) kan op de gewenste waarden worden ingesteld.
Anti-legionella temperatuur
Om de anti-legionella insteltemperatuur te selecteren, moet parameter P18 van het servicemenu worden
ingesteld (zie "Servicemenu"). Het selecteerbare waardebereik voor de anti-legionella functie is 60~70°C. De
standaardwaarde is 65°C en kan worden verhoogd of verlaagd door de gewenste waarde te selecteren in het
weergegeven submenu. Zodra u de gewenste waarde hebt geselecteerd, drukt u op de toets Ent om deze op te
slaan.
Periode
Om de periodiciteit (in dagen) in te stellen waarmee de anti-legionella functie wordt geactiveerd, moet
parameter P81 van het servicemenu worden ingesteld (zie "Servicemenu"). Het selecteerbare waardebereik is
7~99 dagen. De standaardwaarde is 7 dagen en kan worden verhoogd of verlaagd door de gewenste waarde te
selecteren in het weergegeven submenu. Zodra u de gewenste waarde hebt geselecteerd, drukt u op de toets
Ent om deze op te slaan.
17