6.6 Elektrische aansluitingen
De elektrische installatie van de warmtepomp en de elektrische accessoires dient te worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel met inachtneming van de geldende installatievoorschriften. De elektrische installatie
moet zodanig worden aangesloten dat de warmtepomp volledig kan worden geïsoleerd en losgekoppeld voor het
veilig uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.
De machine heeft 2 openingen met wartels (D) aan de achterkant om alle verbindingskabels in de machine te
leiden. De kabels die aan weersomstandigheden buiten worden blootgesteld, moeten worden beschermd door
beschermende leidingen of buizen. Als alternatief moeten zij van een categorie zijn die geschikt is voor gebruik
buitenshuis (type H07RN-F of hoger). Het is ook raadzaam om de hoogspanningskabels (algemene voeding,
omschakelkleppen, elektrische verwarmingstoestellen, circulatiepompen, enz.) op een minimale afstand van 25
mm van de laagspanningskabels (kabels van de hoofdprintplaat, temperatuursensoren, kamersensoren, enz.
BELANGRIJK:
Voordat u werkzaamheden aan de elektrische installatie van de warmtepomp uitvoert, moet u er altijd
voor zorgen dat deze van het elektriciteitsnet is losgekoppeld.
6.6.1 Aansluiting op de hoofdvoeding
De PLW warmtepomp is voorbereid voor aansluiting op 230 V ~ 50 Hz of 400 Hz ~ 50 Hz op de in de figuur
aangegeven klemmen (zie "Elektrische aansluitschema's"). Binnenin het toestel opent u de voordeur en de
toegang tot het elektronicabord om de voedingsklemmen te vinden. Zorg ervoor dat de aardverbinding is
gemaakt.
L
N
L1 L2 L3
N
230 V~ 50 Hz
400 V 3N~ 50 Hz
25