Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Een voorsprong door
superieure technologie
PLW
compact eco plus
Warmtepomp
NL
| INSTALLATIE- EN BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Lowe PLW compact eco plus

  • Pagina 1 Een voorsprong door superieure technologie compact eco plus Warmtepomp | INSTALLATIE- EN BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN...
  • Pagina 2 Bedankt dat u voor een LÖWE PLW warmtepomp hebt gekozen. Dit is een warmtepomp die altijd het ideale comfort voor uw huis biedt met een geschikte hydraulische installatie. Deze instructies vormen een integraal onderdeel van het product en moeten aan de gebruiker worden overhandigd.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    INHOUD 1 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ..........................5 WAARSCHUWINGEN VOOR GEBRUIK EN INSTALLATIE ..............................WAARSCHUWINGEN VOOR PERSOONLIJKE VEILIGHEID ............................WAARSCHUWINGEN VOOR VERVOER, OPSLAG EN BEHANDELING..........................WAARSCHUWINGEN VOOR VORSTBEVEILIGING ................................2 ELEKTRONISCHE BESTURINGSEENHEID ......................7 CONTROLE-EENHEID ......................................... SYMBOLEN OP DE BESTURINGSEENHEID ..................................3 DE WARMTEPOMP IN- EN UITSCHAKELEN ....................9 4 OPERATIE .................................
  • Pagina 4 9 STATUS MENU ..............................44 10 CONFIGURATIE VAN HULP- OF ONDERSTEUNENDE BRONNEN (E1, E2) ..........47 10.1 (P27 = 0)..........................48 BACK-UP BRONCODE MODUS 10.2 (P27 = 1)............................48 HULPBRONMODUS 10.3 (P27 = 2)......................... 49 PASSIEVE GECOMBINEERDE MODUS 10.4 (P27 = 3) ........................
  • Pagina 5: Veiligheidsinstructies

    VEILIGHEIDSINSTRUCTIE 1.1 Gebruiksaanwijzing en Waarschuwingen voor de installatie De PLW-warmtepomp moet door bevoegd personeel worden geïnstalleerd met inachtneming van de geldende wetten en voorschriften. De hier genoemde voorzorgsmaatregelen hebben betrekking op zeer belangrijke onderwerpen. Volg ze zorgvuldig. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en bewaar hem op een veilige, gemakkelijk toegankelijke plaats. LÖWE is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door het niet opvolgen van deze instructies.
  • Pagina 6: Waarschuwingen Voor Vervoer, Opslag En Behandeling

    1.3 Waarschuwingen voor vervoer, opslag en behandeling De PLW-warmtepomp moet rechtop worden vervoerd, gehanteerd en opgeslagen. Door de machine te kantelen kan de olie in de compressor weglopen, waardoor de machine bij het starten voortijdig beschadigd raakt. OKNOT OK De verpakking van de warmtepomp is voorzien van een "kantelindicator" label om er zeker van te zijn dat het apparaat niet is gekanteld tijdens transport en opslag.
  • Pagina 7: Elektronische Besturingseenheid

    2 ELEKTRONISCHE BESTURINGSEENHEID 2.1 Controle-eenheid De elektronische besturingseenheid van de warmtepomp heeft een touchscreen waarmee alle functies en instelbare configuratieparameters kunnen worden beheerd. 5. UIT-knop: 1. STATUS-knop: Druk op de knop om de warmtepomp uit te Druk op deze toets om de C-parameters van het schakelen.
  • Pagina 8: Symbolen Op De Besturingseenheid

    10. Berichtweergave: 14. Huidige retourtemperatuur: Hier worden de alarmcodes en meldingen van Hier wordt de huidige temperatuur van de de warmtepomp weergegeven. retourtemperatuursensor van de warmtepomp weergegeven. 11. Alarm indicator LED: Fout- of alarmmelding in warmtepompbedrijf. 15. Aan/uit knop: Druk op deze knop om de warmtepomp in te 12.
  • Pagina 9: De Warmtepomp In- En Uitschakelen

    3 DE WARMTEPOMP IN- EN UITSCHAKELEN Om de warmtepomp in te schakelen, drukt u op de aan/uit-knop (15) en bevestigt u de keuze. De warmtepomp wordt ingeschakeld in de laatst gekozen bedrijfsmodus en er gaat een groen lampje branden in de power LED (16) van de digitale display.
  • Pagina 10: Operatie

    4 OPERATIE 4.1 Bedrijfsmodus Handmatig Selectie Afhankelijk van de configuratie van uw systeem kan de warmtepomp tot 5 verschillende werkingsmodi handmatig instellen. Om deze bedrijfsmodi te selecteren, drukt u op MODE (3) in het startscherm, waarna de volgende modi worden weergegeven: Verwarmings- en warmwatermodus Verwarmingsmodus Warm water werking.
  • Pagina 11: Warm Water Modus

    4.4 M o d u s warm water Deze bedrijfsmodus kan alleen worden geselecteerd als er een warmwatertank in het systeem is aangesloten en de warmtepomp daarvoor is geconfigureerd. In deze werkingsmodus verwarmt de warmtepomp het sanitair warm water van de warmwatertank. tot de gewenste temperatuur en maakt zo de levering van warm water aan het huis mogelijk.
  • Pagina 12: Werking Met Ruimtetemperatuurregelaars

    De warmtepomp schakelt in en activeert de in de thermostaat gekozen werkingsmodus (verwarmen of koelen) totdat de in de ruimtethermostaat ingestelde temperatuur is bereikt. Wanneer de gewenste temperatuur in huis is bereikt, wordt de verwarmings- of koelmodus van het systeem uitgeschakeld en stopt de warmtepomp met werken.
  • Pagina 13: Werking Met De Verwarming-Koeling-Omschakelingsthermostaat (2 Draden)

    Wanneer u 2 kamerthermostaten tegelijk installeert (één voor verwarming en één voor koeling), moet u ervoor zorgen dat de temperaturen van de twee thermostaten correct worden ingesteld, zodat ze elkaar niet overlappen en beide thermostaten niet tegelijkertijd kunnen worden geactiveerd. Werking met de verwarming-koeling-omschakelingsthermostaat (2 draden) Als u een kamerthermostaat met verwarmings-/koelfunctie (2 draden) hebt geïnstalleerd, selecteer dan de werkingsmodus (verwarmen of koelen) waarin u de warmtepomp wilt laten werken.
  • Pagina 14: Nachtmodus

    Parameter P46 Parameter P46 stelt de helling van de curve en de maximumtemperatuur van de verwarmingsmodus in. Het selecteerbare waardebereik is 30~50 ºC. De standaard fabriekswaarde is 45 ºC. Deze waarde kan worden verhoogd of verlaagd door de gewenste waarde selecteren weergegeven submenu.
  • Pagina 15 OPMERKING: Als er geen extra verwarmingsbron is waarmee de warmwatertemperatuur boven de 60°C kan worden gebracht, kan de anti-legionellafunctie niet garanderen dat de bacteriën worden uitgeroeid.
  • Pagina 16: Temperatuurselectie

    5 TEMPERATUURSELECTIE De gewenste insteltemperaturen voor elke bedrijfsmodus kunnen worden ingesteld met de elektronische regelaar. Om deze te bereiken drukt u op de ingestelde temperatuur (6), (7) of (8) zoals aangegeven op het startscherm en verandert u deze in het weergegeven submenu voor temperatuurselectie: Wanneer u de gewenste instelpunten hebt ingesteld, drukt u op "Ent"...
  • Pagina 17: Instellen Van De Gewenste Temperatuur In De Verwarmingsmodus

    5.2 Instellen van de gewenste temperatuur in de verwarmingsmodus Het selecteerbare waardebereik voor de verwarmingsmodus is 10~55 ºC. De standaardwaarde is 45 ºC en kan worden verhoogd of verlaagd door de gewenste waarde in het weergegeven submenu te markeren. Zodra u de gewenste waarde hebt geselecteerd, drukt u op de toets Ent om deze op te slaan.
  • Pagina 18 Begintijd Om de tijd in te stellen waarop de anti-legionella functie wordt geactiveerd, stelt u parameter P8282 van het servicemenu in (zie "Servicemenu"). Het selecteerbare waardebereik is 0~23 uur. De standaardwaarde is 1 (op 1:00) en kan worden verhoogd of verlaagd door de gewenste waarde te selecteren in het weergegeven submenu.
  • Pagina 19: Locatie

    6 INSTALLATIE-INSTRUCTIES 6.1 Locatie De warmtepomp moet uitsluitend buiten de woning en, indien mogelijk, in een volledig vrije ruimte worden geïnstalleerd. Indien bescherming rond het apparaat nodig is, moet het aan de 4 zijden brede openingen hebben en moeten de in de volgende figuur aangegeven installatieafstanden in acht worden genomen. De luchtcirculatie door de verdamper en bij de ventilatoruitlaat mag niet worden belemmerd.
  • Pagina 20: Geleverde Accessoires

    Overleg met de gebruiker alvorens de plaats van het toestel te kiezen. Het mag niet worden geplaatst op gevoelige muren, zoals de muur naast een slaapkamer. Zorg ervoor dat de locatie van de warmtepomp niet storend is voor de buren (geluidsniveau, opgewekte luchtstromen, lage temperatuur van de uitgeblazen lucht met het risico dat planten in de weg bevriezen, enz.) Kies een plaats die bij voorkeur zonlicht heeft en beschermd is tegen sterke en koude wind.
  • Pagina 21: Montage Van De Warmtepomp

    6.3 Montage van de warmtepomp De warmtepomp moet stevig worden bevestigd op een ondergrond, bij voorkeur een betonnen basis. Zet het stevig vast met 4 sets M12 bouten die geschikt zijn voor het materiaal van de basis, met moeren en sluitringen (in de handel verkrijgbaar). Zorg ervoor dat het uitsteeksel van de schroef niet meer dan 10 mm in de metalen steun van het toestel (basis) steekt.
  • Pagina 22: Hydraulische Installatie

    6.5 Hydraulische installatie De hydraulische installatie moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. De geldende installatievoorschriften moeten in acht worden genomen en ook de volgende aanbevelingen moeten in acht worden genomen: • Het verdient aanbeveling een geschikte leiding te gebruiken voor de installatie, zodat het minimale debiet in het hydraulische circuit wordt bereikt.
  • Pagina 23: Installatie Van Een Warmwatertank

    6.5.1 Installatie van een warmwatertank De warmtepomp kan (optioneel) worden uitgerust met een tank voor warmwaterbereiding. De hydraulische installatie van het reservoir moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel met inachtneming van de geldende installatievoorschriften en de bijgevoegde handleiding van het reservoir. Om een warmwatertank met de warmtepomp te combineren, moet de meegeleverde "DHW TANK SENSOR"...
  • Pagina 24: Vullen Van Het Systeem

    6.5.2 Het vullen van het systeem Het hydraulische systeem moet een vulklep, ontluchtingskleppen en de voor het correct vullen vereiste hydraulische onderdelen omvatten. Om de warmtepomp te vullen, opent u de vulklep totdat de manometer op de achterkant van het apparaat een druk van 1~1,5 bar aangeeft.
  • Pagina 25: Elektrische Aansluitingen

    6.6 Elektrische aansluitingen De elektrische installatie van de warmtepomp en de elektrische accessoires dient te worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel met inachtneming van de geldende installatievoorschriften. De elektrische installatie moet zodanig worden aangesloten dat de warmtepomp volledig kan worden geïsoleerd en losgekoppeld voor het veilig uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.
  • Pagina 26 De dimensionering en het type van de hoofdvoedingskabels moeten altijd voldoen aan de geldende regels en voorschriften. De volgende tabel bevat echter enkele aanbevolen kenmerken en afmetingen als leidraad: Min. Maximaal Aanbevolen Aanbevolen Lijndoorsn verbruik zekering kabeltype (mm ) PLW 6 6 WP+E1 WP+E1+E2 WP+E1 PLW 9...
  • Pagina 27: Aansluiten Van Het Moederbord

    6.6.2 Aansluiten van het moederbord De hoofdprint bevindt zich in de warmtepomp. Voor de inbedrijfstelling moet hij op de machine worden aangesloten. Installeer daartoe eerst de hoofdprintplaat in het huis en leg de meegeleverde kabel daarheen (bij de sensorbundel). Tenslotte moeten de stekkers van de kabel en het moederbord aan de uiteinden worden aangesloten.
  • Pagina 28: Aansluiting Van Een Reserve-Energiebron Voor Warm Water (E1)

    6.6.4 Aansluiting van de reserve-energiebron voor warm water (E1) Op de warmtepomp kan een elektrisch verwarmingselement worden aangesloten ter ondersteuning van de warmwaterbereiding (optioneel). Deze moet in het daarvoor bestemde stopcontact in de opslagtank worden gemonteerd. Met dit verwarmingselement kan een warmwatertemperatuur van meer dan 50 ºC worden bereikt, zodat de nodige temperatuur wordt bereikt voor de correcte werking van de functie ter bescherming tegen legionella.
  • Pagina 29: Aansluiting Van De Omschakelklep Voor Warm Water (G2)

    Spanningsvrije aansluiting Indien de ingang die de activering van de reserve-energiebron regelt spanningsvrij is (d.w.z. ingang van de kamerthermostaat, ingang van het telefoonrelais, enz.), moet de onder spanning staande uitgang van de warmtepomp (E1) worden losgekoppeld van de spanningsloze ingang van de reserve-energiebron door er een relais tussen te plaatsen.
  • Pagina 30: Aansluiting Van Een Reserve-Energiebron Voor Het Verwarmingssysteem (E2)

    6.6.6 Aansluiting van een reserve-energiebron voor het verwarmingssysteem (E2) Op de warmtepomp kan een elektrische bijverwarming voor de verwarming worden aangesloten (optioneel). De elektrische aansluiting van het verwarmingselement geschiedt tussen de klemmen E2L en N (neutraal) van de toestelaansluiting van de warmtepomp..E1L N E2L N C4L C6L L G2S G3S C H COM...
  • Pagina 31 Spanningsvrije aansluiting Indien de ingang die de activering van de reserve-energiebron regelt spanningsvrij is (d.w.z. ingang van de kamerthermostaat, ingang van het telefoonrelais, enz.), moet de onder spanning staande uitgang van de warmtepomp (E2) worden losgekoppeld van de spanningsloze ingang van de reserve-energiebron door er een relais tussen te plaatsen.
  • Pagina 32: Aansluiting Van Een Warmtepomp-Boosterpomp (C6)

    6.6.8 Aansluiting van een warmtepomp-boosterpomp (C6) Op de warmtepomp kan een circulatiepomp (C6) worden aangesloten om het waterdebiet van de machine zo nodig te verhogen, naast het debiet dat door de interne pomp (C4) wordt verkregen. Deze C6-circulatiepomp werkt alleen parallel met de interne pomp van de C4-machine wanneer deze laatste in de verwarmings- of koelstand werkt.
  • Pagina 33 Verwarming/koeling type 3-draads kamerthermostaat installatie (mode AUTO ) Dit type thermostaat biedt de gebruiker de mogelijkheid om de bedrijfsmodus (verwarmen /koelen ) te selecteren in zijn eigen thermostaat, naast het selecteren van de gewenste temperatuur en de bedrijfstijden als het een klokthermostaat is. Voor zijn functie heeft dit type thermostaat 3 signaalkabels;...
  • Pagina 34 Aansluiting van een 2-draads verwarming-/koelingsthermostaat thermostaat Met dit type thermostaat kan de gebruiker de gewenste temperatuur en bedrijfstijden voor klokthermostaten selecteren. In tegenstelling tot de 3-draads thermostaat met omschakeling tussen verwarmen en koelen, kan bij de 2-draads thermostaat de bedrijfsmodus (verwarmen /koelen ) niet alleen op de thermostaat zelf worden geselecteerd.
  • Pagina 35 Installatie van twee kamerthermostaten In dit type configuratie worden 2 eenvoudige ruimtethermostaten aangesloten, de ene op de ingangen C en COM (koude ruimtethermostaat CRT) en de andere op de ingangen H en COM (verwarmende ruimtethermostaat HRT). Elke thermostaat regelt een andere bedrijfsmodus, dus moet elke thermostaat van een type zijn dat compatibel is met de bedrijfsmodus waarvoor hij is geïnstalleerd.
  • Pagina 36: Eenvoudige Installatie Van Een Kamerthermostaat

    Eenvoudige installatie van een kamerthermostaat Zoals hierboven beschreven, schakelt de elektronische regeleenheid van de warmtepomp naar de bedrijfsmodus "Handmatig" als de streeftemperaturen van de ruimtethermostaten zo zijn ingesteld dat beide tegelijkertijd worden geactiveerd, d.w.z. de verwarmings-/koelmodi moeten handmatig op de hoofdprintplaat van de warmtepomp worden geactiveerd en gedeactiveerd.
  • Pagina 37: Antivries

    6.7 Antivries De warmtepomp is een machine die buiten het huis wordt geïnstalleerd zodat hij blootgesteld aan de extreme koude tijdens de vorstperiode. Daarom is het van het grootste belang dat dit type machine tegen vorst wordt beschermd, aangezien de interne constructie en de hoeveelheid water in de machine de kans op bevriezing vergroten.
  • Pagina 38: Vorstbeveiliging In Warmwaterstand

    6.7.1 Vorstbeveiliging in warmwaterstand Wanneer de temperatuur van de warmwatertank onder +5 ºC daalt, start de regelaar de vorstbeveiligingsfunctie en activeert hij het warmwaterbedrijf. Wanneer de temperatuur van de tank 20 ºC bereikt, stopt de functie. Als de warmtepomp meer dan 30 minuten aan blijft zonder de gespecificeerde temperatuur te bereiken, stopt de vorstbeveiligingsfunctie voor sanitair warm water.
  • Pagina 39: Configuratie Van De Warmtepomp

    7 CONFIGURATIE VAN DE WARMTEPOMP De warmtepomp wordt in de fabriek geconfigureerd voor verwarming, koeling en warm water. Indien geen van deze bedrijfsmodi in de installatie is toegestaan, MOETEN deze worden uitgeschakeld door de parameters in de besturingseenheid aan te passen (zie "Menu Instellingen"). Wanneer een bedrijfsmodus wordt gedeactiveerd, worden alle instellingen en parameters met betrekking tot die bedrijfsmodus gewist van het display van de hoofdkaart.
  • Pagina 40: Menu Instellingen

    8 MENU INSTELLINGEN De elektronische regeling van de warmtepomp heeft een menu INSTELLINGEN (2) waarmee verschillende functies kunnen worden geconfigureerd en beheerd. 8.1 Instellingen In het menu INSTELLINGEN (2) heeft de elektronische regeling van de warmtepomp een submenu dat verschillende functies beheert. Om het menu te verlaten en terug te keren naar het startscherm, drukt u op de aanraaktoets Taal Taal...
  • Pagina 41 Met de optie voor het instellen van datum en tijd selecteert u de exacte datum en tijd door de volgende velden in te vullen (jaar, maand, dag, uur, minuut en seconde). Zodra u klaar bent, moet u de wijziging accepteren door op de toets TOEPASSEN te drukken.
  • Pagina 42: Beheerdersmenu

    OPMERKING: Dagen van de week: MO (maandag), DI (dinsdag), MI (woensdag), DO (donderdag), FR (vrijdag), SA (zaterdag) en SO (zondag). Zodra de schema's zijn gedefinieerd, schakelt u het schema in met de knop Schema UIT om de schemafunctie te activeren. Met het display Timer ON wordt aangegeven dat het schema is geactiveerd. De planning kan op elk moment worden uitgeschakeld door op de toets Timer On te drukken.
  • Pagina 43 Standaard Beschrijving Bereik Code waarde -20 ~ 20 ºC 0 ºC Omgevingstemperatuur voor actieve WW E1- -20 ~ 20 ºC 0 ºC verwarming Omgevingstemperatuur voor actieve AC 60 ~ 70 ºC E2-verwarming 65 ºC Richttemperatuur van de sterilisatie 0: Bijstand elektrische verwarming 1: Normaal 2.
  • Pagina 44: Status Menu

    9 STATUS MENU Met de C-parameters van het STATUS-menu (1) kunt u op elk moment de status van alle regel- en veiligheidscomponenten van de warmtepomp en de waarden van enkele bedrijfsparameters bekijken en controleren. De C-parameters zijn weergaveparameters die niet kunnen worden gewijzigd, omdat zij worden gebruikt voor de diagnose van de werking van de machine tijdens onderhoud en reparatie.
  • Pagina 45 Gereserveerde...
  • Pagina 46 Eenheid Gebied Code Beschrijving AC magneetventiel G2 0: warm water, 1: koud/warm Seizoensgebonden magneetventiel G3 SWW- 0: koud, 1: warm verwarming E1 AC verwarming E2 0: uit, 1: aan C4 Waterpomp 0: uit, 1: aan C5 AC waterpomp 0: uit, 1: aan C6 AC Assistent Waterpomp Stroom 0: uit, 1: aan Gereserveerde...
  • Pagina 48 Code Definitie Eenheid Bereik Gereserveerde Smeerolieretour fout cumulatief keer Gereserveerd Gereserve Gereserve Gereserve Gereserve Gereserve Gereserve Gereserveerde SW versie nr. AC-ingangsspanning Gereserveerde WP-stopcode IPM Spanning...
  • Pagina 49: Configuratie Van Hulp- Of Ondersteunende Bronnen (E1, E2)

    10 CONFIGURATIE VAN HULP- OF ONDERSTEUNENDE BRONNEN (E1, E2) Het basisprincipe van de LÖWE warmtepomp is het onttrekken van energie aan de lucht buiten het gebouw en deze binnen het huis te gebruiken in de vorm van thermische energie voor een verwarmings-/koelwaterkringloop en/of de productie van sanitair warm water.
  • Pagina 50: Instellen Van De Backupmodus Voor Warm Water (E1)

    10.1 Reservebronmodus (P27 = 0) In deze modus worden de energiebronnen geactiveerd wanneer de buitentemperatuur onder een in de parameters P09 en P10 van het menu "Technologie" geselecteerde waarde zakt, om de warmtepomp te helpen aan zijn behoeften te voldoen, waarbij beide systemen gecombineerd werken. Dit is de standaard ingestelde modus.
  • Pagina 51: Passieve Gecombineerde Modus (P27=2)

    10.3 Passieve gecombineerde modus (P27=2) Deze modus is geoptimaliseerd voor installaties waarin u de modus "steunbron" en de modus "hulpbron" wilt combineren met passieve hulpenergiebronnen die geen primaire watercirculatie genereren, zoals een elektrische weerstand, een warmtewisselaar, enz. Wanneer de buitentemperatuur onder de met de parameters P09 en P10 in het technisch menu geselecteerde waarde daalt, worden de hulpenergiebronnen in combinatie met de warmtepomp geactiveerd, zoals beschreven in het hoofdstuk "Werking van de hulpenergiebronnen".
  • Pagina 52: Commissies

    11 COMMISSIES 11.1 Waarschuwingen vooraf De reparatie en het onderhoud van de warmtepomp moeten worden uitgevoerd door een erkende specialist. Voor een optimale werking en onderhoud van de warmtepomp moet deze jaarlijks worden onderhouden. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en bewaar hem op een veilige, gemakkelijk toegankelijke plaats. LÖWE is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van deze instructies.
  • Pagina 53: Onderhoud

    12 ONDERHOUD Om de warmtepomp in perfecte staat te houden, dient het jaarlijkse onderhoud te worden uitgevoerd door personeel dat door LÖWE is geautoriseerd. Tussen de onderhoudsbeurten door moeten de volgende werkzaamheden ten minste eenmaal per jaar worden uitgevoerd: Controleer of de voeding, het verbruik en de elektrische installatie in orde zijn. •...
  • Pagina 54: Verwijdering En Recycling

    13 VERWIJDERING EN RECYCLING Demontage Dit product mag alleen worden gedemonteerd door een gekwalificeerde (F-Gas) koelmonteur. Deze warmtepomp bevat het koelmiddel R32. Het koelmiddel mag niet in de atmosfeer ontsnappen. Hergebruik Voor de recycling of verwijdering van de warmtepomp moet deze naar een erkende afvalverwerker worden gebracht.
  • Pagina 55: Elektrische Schema's

    14 ELEKTRISCHE SCHEMA'S 14.1 Naamwoordelijke bepaling Onderdelen van het koelcircuit: Lage druk schakelaar (DIN3). Compressor motor TH1: Sensor voor de uitlaattemperatuur. Compressor TH2: Temperatuursensor van de spoel. verwarming. RL: TH3: Omgevingstemperatuursensor. Reactiviteit. TH6: Inlaattemperatuursensor. Ventilatormotor. TH7: warmwatertemperatuursensor. EEV: Elektronisch expansieventiel. TH8: Sensor voor de watertoevoertemperatuur.
  • Pagina 56: Plw 6

    14.2 PLW 6...
  • Pagina 57: Plw 9

    14.3 PLW 9...
  • Pagina 58: Plw 16

    14,5 PLW 16...
  • Pagina 59: Plw 19

    14,6 PLW 19...
  • Pagina 60: Technische Kenmerken

    15 TECHNISCHE KENMERKEN PLW 6 PLW 9 PLW 16 PLW 19 Technische gegevens compact eco plus compact eco plus compact eco plus compact eco plus Type Lucht - Water Nominaal warmtevermogen 6.21 16.3 18.9 Nominaal koelvermogen 15.60 16.6 Nominaal warmteverbruik kW 1.26 1.81 3.34...
  • Pagina 62: Kenmerken Van De Circulatiepomp

    15 TECHNISCHE 16 KENMERKEN VAN DE CIRCULATIEPOMP KENMERKEN De kenmerken en functies van de circulatiepomp worden hieronder beschreven. 16.1 Kenmerken van de SC-pomp 16.2 Symbolen Controlelampjes (LED's) Signaalweergave: LED brandt groen bij normale werking. • LED brandt/knippert bij een storing. •...
  • Pagina 63: Besturingsmodi

    16.2.1 Besturingsmodi Constante snelheid I, II, III (traditionele modus): De pomp werkt op een constante, vooraf ingestelde snelheid. Variabele differentiële druk (Δp-v): Het drukverschil setpoint H neemt toe in een rechte lijn tussen ½H en H binnen de toegestane stromingsmarge. Het door de pomp gegenereerde drukverschil wordt ingesteld op het overeenkomstige drukverschil-setpoint.
  • Pagina 64: Functies

    16.2.2 Functies ontluchting Vul en ontlucht het systeem goed. Als de pomp niet automatisch wordt ontlucht: Activeer de pompontluchtingsfunctie via de bedieningsknop: 3 seconden ingedrukt • houden en dan loslaten. De pompontluchtingsfunctie wordt gestart en duurt 10 minuten. • De bovenste en onderste rij LED's knipperen afwisselend met tussenpozen van 1 seconde. •...
  • Pagina 65: Stroomcurves Van De Circulatiepomp

    16.3 Stroomcurves van de circulatiepomp De volgende diagrammen kunnen worden gebruikt om de beschikbare aandrijfdruk voor het verwarmings-/koelingssysteem te berekenen, rekening houdend met de werkingscurves van de waterpomp en het drukverlies van elk PLW-model. 16.4 PLW 16 Stroomcurves van de circulatiepomp Karakteristieke kromme van de circulatiepomp bij constant toerental I, II, III: Karakteristieke kromme van de circulatiepomp voor bedrijf met variabele differentiële druk: Karakteristieke kromme van de circulatiepomp voor bedrijf met constante differentiële druk:...
  • Pagina 66: Plw 19 Stroomcurves Van De Circulatiepomp

    16.5 PLW 19 Stroomcurves van de circulatiepomp Karakteristieke kromme van de circulatiepomp bij constant toerental I, II, III: Karakteristieke kromme van de circulatiepomp voor bedrijf met variabele differentiële druk: Karakteristieke kromme van de circulatiepomp voor bedrijf met constante differentiële druk:...
  • Pagina 67: Plw 6 Stroomcurves Van De Circulatiepomp

    16.6 PLW 6 Stroomcurves van de circulatiepomp Drukvalcurves van warmtepompen De volgende diagrammen tonen het drukverlies dat door het interne hydraulische circuit van elk LÖWE- model wordt veroorzaakt, afhankelijk van het waterdebiet van het systeem::...
  • Pagina 68: Vermogens- En Efficiëntiediagrammen

    17 VERMOGENS- EN EFFICIËNTIEDIAGRAMMEN Het basisprincipe van de warmtepomp is energie te onttrekken aan de lucht buiten het gebouw en deze binnen het huis te gebruiken in de vorm van thermische energie voor een verwarmings-/koelwatercircuit en/of de productie van sanitair warm water. Daarom hangen het warmtevermogen en het rendement van de warmtepomp rechtstreeks af van de hoeveelheid beschikbare energie in de buitenlucht en dus van de temperatuur daarvan.
  • Pagina 69 PLW 9...
  • Pagina 70: Plw

    PLW 16...
  • Pagina 71: Plw

    PLW 19...
  • Pagina 72: Diagrammen En Metingen

    18 DIAGRAMMEN EN METINGEN...
  • Pagina 74: Alarmcodes

    19 ALARMCODES De warmtepomp is uitgerust met een elektronische regelaar die continu een zelftest uitvoert om eventuele storingen van de pomp op te sporen. Als de regelaar een storing detecteert, wordt dit aangegeven door een alarmcode en het rood oplichten van de alarmindicatieled (11) op het display van het bedieningspaneel.
  • Pagina 75 Code Alarm Beschrijving De vorstbeveiligingsfunctie in de verwarmings-/koelingsmodus werd binnen 90 minuten tweemaal geactiveerd. Ontkoppel de Vorstbeveiligingsfunctie bij verwarming/ stroomtoevoer de warmtepomp en sluit hem weer aan. Als het alarm Koeling. herhaaldelijk afgaat, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde officiële technische dienst. De vorstbeveiligingsfunctie in de warmwaterstand werd binnen 60 minuten tweemaal geactiveerd.
  • Pagina 76 Alarm Code Beschrijving Gebroken circuit of kortsluiting in de temperatuursensor. Neem contact Sensor van de IPM-module. op met het dichtstbijzijnde officiële technische servicecentrum om het te laten vervangen. De interne elektriciteitsmeter van het toestel of de stroomkabel is Huidige sensor van de buitenunit. defect.
  • Pagina 77 Beschrijving Code Alarm Controleer SW1 van de besturingskaart en alle parameters van het servicemenu. Neem contact op met het dichtstbijzijnde officiële Verkeerde instelling van de technische servicecentrum om de kaart te laten vervangen. warmtepomp. Controleer SW1 van de besturingskaart en alle parameters van het servicemenu.
  • Pagina 78: Opmerkingen

    OPMERKINGEN: ......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
  • Pagina 79 OPMERKINGEN: ......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
  • Pagina 80 vonBartels GmbH Maschstraße 19 32351 Levern Telefoon 05745/ 300 560 E-mail: info@vonbartels.de...

Inhoudsopgave