3.5 Het verwisselen van een wiel
1
2
Het verwisselen van een wiel voorbereiden
•
Verwissel het wiel zo mogelijk bij een
aangekoppeld trekkend voertuig.
•
Parkeer het voertuig op een zo vlak mogelijke
en vaste ondergrond.
•
Bij bandenpech op de openbare weg: beveilig
het weggedeelte met gevarendriehoek resp.
knipperlicht.
•
Trekkend voertuig: handrem aantrekken,
wielen recht naar voren zetten, in een
versnelling schakelen of bij een automatische
1
versnellingsbak in de P-stand schakelen.
•
Caravan: handrem aantrekken, neuswiel in
rijdende stand laten staan, stabilisatie-inrichting
deactiveren (let op: niet helemaal openen!).
•
Haal de onderlegkeggen (1) uit de houders onder
het voertuig.
•
Plaats de onderlegkeggen (1) vóór en achter het
nog intacte wiel, om het voertuig te borgen.
•
Draai vóór het opkrikken de wielbouten één slag
los, maar draai ze niet verder los.
1
•
Het reservewiel (niet bijgeleverd) (2) kan voorin
de caravan in het gaskastcompartiment worden
ondergebracht (speciale houder vereist).
Indien de caravan licht metaalvelgen
heeft, dient er bij montage van het
reservewiel op stalen velg op gelet
te worden dat bij de velg passende
wielbouten worden gebruikt.
03-3