01-12
A Schud de fl es vóór gebruik. Schroef de vulslang
(1) op de fles (foliesluiting wordt daarbij
doorboord).
B Schroef de ventielklep van het bandventiel af.
Schroef het ventiel (2) met de ventieluitdraaier
(3) uit. Leg het ventielstuk (2) niet op zand of op
een vuile ondergrond neer.
C Trek de sluitplug (4) van de vulslang (1). Schuif
de vulslang op het bandventiel.
D Houd de vulfl es met de vulslang omlaag en
knijp deze in. Pers de gehele fl esinhoud in de
band. Verwijder de vulslang (1) en schroef het
ventielstuk (2) met de ventieluitdraaier (3) in het
bandventiel vast.
E Schroef de luchtvulslang (5) op het bandventiel
vast.Steek de stekker (6) in de contactdoos
van de sigarenaansteker. Pomp de band op (7).
Gebruik de elektrische luchtpomp maximaal 8
minuten lang! Oververhittinggevaar! Wordt de
vereiste luchtdruk niet bereikt, rijd dan met het
voertuig ca. 10 meter vooruit of achteruit, zodat
het afdichtmiddel zich in de band kan verdelen.
Oppompen herhalen. Zet de rit onmiddellijk
voort, opdat het afdichtmiddel zich in de band
kan verdelen.
Maximumsnelheid max. 80 km/h. Voorzichtig
rijden, met name in bochten.
Controleer na 10 minuten rijden de
bandenspanning. Is de bandenspanning
beneden deze minimumwaarde (8) gedaald,
dan mag niet doorgereden worden. Wordt
de minimumwaarde nog aangegeven (8), stel
dan de bandenspanning overeenkomstig het
bandenspanningsplaatje in de gaskast juist in.
Rijd voorzichtig door naar de eerstvolgende
garage en laat de band vervangen.
Gevaar voor ongevallen: Wordt de vereiste
luchtdruk ook nu niet bereikt, dan is de
band te sterk beschadigd. In dat geval
kan de bandenreparatieset de benodigde
afdichting leveren. Rijd daarom beslist niet
door. Waarschuw een servicestation of de
24-uurs service.
F Plak de bijgeleverde sticker in het zicht van de
bestuurder op het combiinstrument.
Deponeer de gebruikte bandenreparatieset in
een servicestation bij het afval.
Gevaar voor ongevallen: Laat de band
in het eerstvolgende servicestation
vervangen.