11.2 DESINFECTIE
Het DESINFECTIE-proces maakt gebruik van een combinatie van detergent en hete stoom waardoor de
Dit proces bestaat uit 5 fasen: voorbereiden, reinigen, weken, spoelen en drogen.
Aan het einde van de eerste fase, de voorbereiding, verschijnt een scherm waarin u wordt gevraagd de
ventilatorcarterbescherming te openen en het detergent op de verdamper te spuiten.
Let op, letselgevaar! Wacht tot de ventilatoren volledig tot stilstand zijn gekomen voordat u de
behuizing opent. Volg de instructies in het hoofdstuk Onderhoud om de desinfectiecyclus uit
te voeren.
Gebruik een neutraal, niet-schuimend en niet-agressief detergent; het gebruik van agressieve
detergenten tast de beschermlaag op de verdamper aan met daaruit volgend een risico op
lekken en koudemiddel (die niet onder de garantie vallen).
Spuit geen detergent op de vochtigheidssonde. In dergelijk geval is het mogelijk dat de sonde
de waarden niet meer correct weergeeft en moet worden vervangen. Deze vervanging valt niet
onder de garantie.
Wanneer u een melding krijgt, moet u de behuizing van de ventilatoren in de cel losmaken.
Om de behuizing te openen, draait u de vergrendelingen tegen de klok in, besproeit u de
verdamper met Coldline ontsmettingsproduct en sluit u de behuizing opnieuw door de
vergrendelingen met de klok mee te draaien. Controleer altijd of de behuizing van de ventilator
goed dicht is.
Vision is uitgerust met een veiligheidsvoorziening die het inschakelen van de ventilatoren blokkeert als de
behuizing open is. Als deze niet correct werd teruggeplaatst, is het niet mogelijk om door te gaan met het
desinfectieprogramma en krijgt u een waarschuwing te zien.
In de daaropvolgende fasen wisselt Vision fasen met stoom en spoelen af om het toestel te ontsmetten en te
reinigen. Het is echter aangeraden om alle voedselresten en zichtbaar vuil te verwijderen voordat u met het
desinfectieproces begint.
Aan het einde van het proces droogt de machine vanzelf en keert zij terug naar het hoofdscherm.
245