Symbool
Functie
Ovenlamp
Temperatuur en instelstanden
Bij de verwarmingsmethoden en functies zijn er verschillende instellingen.
Symbool
Functie
Nulstand
50 - 275
Temperatuurbereik
1, 2, 3
Grillstanden
of
I, II, III
Opwarmindicatie
Het apparaat geeft aan wanneer het opwarmt.
Wanneer het apparaat in gebruik is, brandt het indica-
tielampje boven de temperatuurkeuzeknop. In de ver-
warmingspauzes gaat het indicatielampje uit.
Wanneer u voorverwarmt is het optimale tijdstip voor
het inschuiven van het gerecht bereikt zodra het indica-
tielampje voor het eerst uitgaat.
Opmerkingen
¡ Als de functie verlichting van de binnenruimte en
een temperatuur zijn ingesteld, brandt de opwar-
mingsindicatie ook. Het apparaat warmt hierbij niet
op.
¡ Als uw apparaat over verlichting van de binnenruim-
te als functie beschikt en als een temperatuurwaar-
de is ingesteld, brandt de opwarmingsindicatie ook.
Het apparaat warmt hierbij niet op.
¡ Door thermische traagheid kan de weergegeven
temperatuur een beetje afwijken van de werkelijke
temperatuur in de binnenruimte.
4.2 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte schuiven.
De binnenruimte heeft 4 inschuifhoogtes. De inschuif-
hoogtes worden van beneden naar boven geteld.
Gebruik
De binnenruimte zonder verwarming verlichten.
→ "Verlichting", Pagina 7
Gebruik
Het apparaat warmt niet op.
De temperatuur in °C in de binnenruimte instellen.
De grillstanden afhankelijk van het type apparaat voor de grill, voor het groot
vlak en de grill of voor het klein vlak instellen.
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
U kunt de rekjes verwijderen, bijv. om te reinigen.
→ "Rekjes", Pagina 11
Verlichting
De ovenlamp verlicht de binnenruimte.
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
verlichting aan als het programma loopt. Als u de wer-
king met de functiekeuzeschakelaar beëindigt, schakelt
de verlichting uit.
Met de stand ovenlamp aan de functiekeuzeschakelaar
kunt u de verlichting zonder verwarming inschakelen.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking voortgezet.
Koelventilator
De koelventilator schakelt afhankelijk van de tempera-
tuur van het apparaat in en uit. De warme lucht ont-
snapt via de deur.
LET OP!
De ventilatiesleuven boven de deur van het apparaat
niet afdekken. Het apparaat raakt oververhit.
De ventilatiesleuven vrijhouden.
▶
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Condenswater
Bij het bereiden kan in de binnenruimte en op de deur
van het apparaat condensvorming optreden. Condens
is normaal en heeft geen invloed op de werking van
het apparaat. Veeg na het bereiden het condens af.
Uw apparaat leren kennen nl
7