3. Geef de bestemming aan
Hieronder wordt aangegeven hoe een bestemming wordt ingevoerd. Er kan op de
volgende manieren een faxnummer of e-mailadres worden gekozen.
Voor faxen:
• Met de aantaltoetsen op het bedieningspaneel. Zo kunt u rechtstreeks een
faxnummer invoeren.
• Met de toepassing [Adresboek] (zie Adresboek op pagina 104).
• Met de toepassing [Toetsenbord] (zie Toetsenbord op pagina 105).
• Met de toets <Snelkiezen> op het bedieningspaneel (zie Snelkiezen op pagina 98).
Voor internetfax:
• Met de toepassing [Adresboek] (zie Adresboek op pagina 104).
• Met de toepassing [Toetsenbord] (zie Toetsenbord op pagina 105).
1.
Voer de bestemming in aan de
hand van een van de
bovenstaande methoden.
U kunt een document in één
bewerking naar meerdere
bestemmingen sturen.
Indien u een pauze in een faxnummer moet invoeren, bijvoorbeeld wanneer u een
belkaart gebruikt, drukt u op de toets <Kiespauze>. Wanneer u handmatig een nummer
kiest, is <Kiespauze> niet nodig. U kunt dan gewoon wachten tot u een stem hoort en
de instructie opvolgen. Voor meer informatie, zie Speciale tekens op pagina 101.
4. Start de fax-/internetfax-opdracht
1.
Druk op de toets <Start> om de
documenten te versturen.
U kunt tijdens het scannen
[Volgende origineel] selecteren op
het aanraakscherm, om aan te
geven dat er nog meer originele
documenten zijn die moeten worden
gescand. Op deze manier kunt u
meerdere documenten scannen en
de gezamenlijke gegevens als één opdracht verzenden.
Als de AOD of glasplaat gereed is, kunt u tijdens de verwerking van uw fax/internetfax
alvast het volgende document scannen of de volgende opdracht programmeren.
Terwijl het apparaat opwarmt kunt u ook de volgende opdracht programmeren.
Xerox WorkCentre 7132 Handleiding voor de gebruiker
Fax-/internetfax-procedure
Toets
<Kiespauze>
Toets <Start>
95