10 Instellingsprocedures
Niveau achtergrondonderdrukking
Geeft het niveau van de achtergrondonderdrukking aan wanneer een document in
kleur wordt gescand.
Niveau schaduwonderdrukking
Geeft het niveau van de schaduwonderdrukking aan wanneer een document in kleur
wordt gescand.
Kleursysteem
Geeft aan of de functie voor het kleursysteem moet worden weergegeven. Selecteer
[Ingeschakeld] om de toepassing [Kleursysteem] op het scherm [Afdrukkwaliteit] weer
te geven voor de functies [E-mailen], [Scannen naar mailbox], [Scannen naar FTP/
SMB] en [Netwerkscannen].
TIFF-indeling
Geeft het type TIFF-indeling aan dat moet worden gebruikt wanneer TIFF wordt
geselecteerd voor het opslaan van gescande gegevens.
Beeldoverdrachtscherm
Geeft aan of er een bevestigingsbericht moet worden weergegeven wanneer het
scannen is voltooid. Kies uit [Uitgeschakeld], [Alleen bericht weergeven] en [Bericht en
scherm weergeven].
Instellingen mode Faxen
In dit gedeelte worden de functies beschreven waarmee u de standaardinstellingen
voor de faxmode kunt wijzigen. Raadpleeg het volgende voor meer informatie.
Standaardinstellingen scherm – pagina 297
Standaardinstellingen fax – pagina 297
Faxregeling – pagina 299
Bestandsbestemming/afleveringsbestemming – pagina 302
Voorinstellingen Verkleinen/vergroten – pagina 303
Standaardinstellingen origineelformaat – pagina 304
Informatie lokale terminal – pagina 304
iFax-regeling – pagina 305
1.
Selecteer [Instellingen mode
Faxen] op het scherm
[Systeeminstellingen].
2.
Selecteer de gewenste optie.
3.
Selecteer [Sluiten].
296
Xerox WorkCentre 7132 Handleiding voor de gebruiker