Eigenschappen
Toepassing
Items instellen
Emulatie-instellingen
HP-GL/2
Hiermee kunt u de instellingen als volgt configureren wanneer HP-
GL/2 is ingeschakeld.
Nummer logische printer - Voer het nummer van de logische printer
in en klik op de toets [Bewerken].
Documentformaat - Hiermee kunt u het papierformaat van
originelen selecteren.
Papierlade - Hiermee kunt u de papierlade selecteren.
Papierformaat - Hiermee kunt u het papierformaat selecteren.
Afleveringsbestemming - Hiermee kunt u de bestemming voor de
aflevering aangeven.
Instelling aantal afdrukken - Hiermee kunt u de instelling voor het
aantal afdrukken selecteren; deze heeft voorrang boven andere
instellingen.
Aantal - Hiermee kunt u de afdrukhoeveelheid aangeven.
2-zijdig afdrukken - Hier kunt u selecteren of er op beide zijden van
het papier moet worden afgedrukt.
Rotatie instellen- Hiermee kunt u het afdrukbeeld roteren.
Actieve gebiedsbepalingsmode - Geef de taalopdracht aan
waarmee het actieve gebied wordt bepaald.
Auto-opmaak - Geef aan of auto-opmaak moet worden
ingeschakeld.
Zoomen - Geef aan of geschaald moet worden.
Mode Zoomen - Geef aan of geschaald moet worden op basis van
papierformaat of coördinatengebied.
Harde clip - Selecteer [Standaard] voor harde clip die door
HP7550A is geproduceerd, of selecteer [Papier] om het
papierformaat voor de clip te gebruiken.
Aanpassing omhoog/omlaag - Geef een waarde aan om het beeld
verticaal te verschuiven.
Aanpassing links/rechts - Geef een waarde aan om het beeld
horizontaal te verschuiven.
Papierkantlijn - Geef de papierkantlijn aan.
Afdrukkleur - Selecteer de afdrukkleurmode.
Instellingen palet - Selecteer deze optie om prioriteit te verlenen
aan het palet dat wordt gedefinieerd door opdrachten of aan in het
geheugen opgeslagen paletten.
Nieten - Hier kunt u de nietmethode selecteren.
Rastertype - Hier kunt u de instellingen voor het rastertype
aangeven.
HP-GL-mode – Selecteer HP/GL of HP-GL/2.
Emulatiebestemming - Selecteer HP750C of FX4036 emulatie.
Uitwerpopdracht - Hiermee kunt u aangeven welke opdrachten
moeten worden geïnterpreteerd als uitwerpopdrachten.
Beeldverbetering - Hier kunt u beeldverbetering inschakelen.
Handm. invoer - Wacht op gebruiker - Hiermee kunt u de status van
de lade voor handmatige invoer controleren.
Penbreedte - Hiermee kunt u de penbreedte aangeven.
Lijnuiteinde - Hiermee kunt u de vorm van het lijnuiteinde
aangeven.
Lijndoorsnijding - Hiermee kunt u de vorm van de lijndoorsnijding
aangeven.
Penkleur - Hiermee kunt u de kleur van de pen aangeven.
Xerox WorkCentre 7132 Handleiding voor de gebruiker
221