3.
Plaats het papier netjes en
stevig tegen de linkerzijde van
de lade.
OPMERKING: Maak de papierstapel niet hoger dan de maximumvullijn.
OPMERKING: Wanneer u 1-zijdige/2-zijdige kopieën maakt op geperforeerd papier,
dient u het papier zodanig plaatsen dat de zijde tegenover die met de perforaties als
eerste wordt ingevoerd. Als de geperforeerde zijde als eerste wordt ingevoerd,
kunnen papierstoringen ontstaan.
4.
Indien de papiergeleiders zijn
verplaatst, plaats ze dan zo dat
ze net tegen de rand van de
papierstapel komen.
OPMERKING: Zet bij het plaatsen van papier met een standaardformaat de geleiders
instellen op de inkepingen op de lade die overeenkomen met dat papierformaat. Het
apparaat herkent 8K/16K-papier als standaardformaat, zelfs al hebben de papierladen
geen inkepingen voor deze formaten.
5.
Sluit de papierlade.
Het papier kan met de lange kant
eerst of de korte kant eerst worden
geplaatst.
6.
Stel het apparaat in om het
papierformaat automatisch te
registreren of voer het formaat
zelf in. Voor meer informatie,
zie Papierformaat in het hoofdstuk Instellingsprocedures op pagina 246.
OPMERKING: Welke papierformaten het apparaat registreert, is afhankelijk van de
instellingen door de getrainde operateur. Voor meer informatie, zie Instellingen
papierformaat in het hoofdstuk Instellingsprocedures op pagina 256.
Xerox WorkCentre 7132 Handleiding voor de gebruiker
Lange kant eerst
Korte kant eerst
(LKE)
(KKE)
Papier plaatsen
229