9.2.2 - Signalering op de besturingseenheid
Op de besturingseenheid van ROBUS bevinden zich een reeks ledlamp-
jes die elk bepaalde signaleringen kunnen geven, zowel wanneer alles
normaal functioneert als bij storingen.
Led BLUEBUS
Uit
Aan
1 knippersignaal per
seconde
2 snelle knippersignalen
Serie knipperingen,
onderbroken door een
pauze van een seconde
Led STOP
Uit
Aan
Led P.P.
Uit
Aan
Led OPENEN
Uit
Aan
Led SLUITEN
Uit
Aan
Led L1
Beschrijving
Uit
Bij normaal functioneren geeft dit aan dat "Automatisch sluiten" niet actief is
Aan
Bij normaal functioneren geeft dit aan dat "Automatisch sluiten" actief is
Knippert
• Programmering van de functies in uitvoering
• Als de led tegelijk met L2 knippert, betekent dit dat de aanleerfase van de inrichtingen moet worden uitgevoerd (paragraaf
7.6)
Led L2
Beschrijving
Uit
Bij normaal functioneren geeft dit aan dat "Terugloop na foto" niet actief is
Aan
Bij normaal functioneren geeft dit aan dat "Terugloop na foto" actief is
Knippert
• Programmering van de functies in uitvoering
• Als de led tegelijk met L1 knippert, betekent dit dat de aanleerfase van de inrichtingen moet worden uitgevoerd (paragraaf
7.6)
Led L3
Beschrijving
Uit
Bij normaal functioneren geeft dit aan dat "Sluit altijd" niet actief is
Aan
Bij normaal functioneren geeft dit aan dat "Sluit altijd" actief is
26 – Nederlands
Tabel 19 - Ledlampjes op de klemmen van de besturingseenheid
Oorzaak
Storing
Ernstige storing
Alles OK
Er heeft zich een verandering
in de status van de ingangen
voorgedaan
Diverse
Oorzaak
Activering van de ingang STOP
Alles OK
Oorzaak
Alles OK
Activering van de ingang P.P.
Oorzaak
Alles OK
Ingrijpen van de ingang OPEN
Oorzaak
Alles OK
Ingrijpen van de ingang CLOSE
Tabel 20 - Ledlampjes op de toetsen van de besturingseenheid
Handeling
Controleer of er voeding is; controleer of de zekeringen niet gesprongen zijn;
is dat wel zo, achterhaal dan de oorzaak van het defect en vervang de zeke-
ringen door nieuwe met dezelfde stroomwaarde
Er is een ernstige storing; probeer de besturingseenheid enkele seconden uit
te schakelen; als de storing aanhoudt, is er een defect en moet de elektroni-
sche printplaat worden vervangen
Normale werking van de besturingseenheid
Dit is normaal wanneer een verandering plaatsvindt in een van de ingangen:
OPEN, STOP, activering van de fotocellen of de radiozender wordt gebruikt
Dit is dezelfde signalering als die op het knipperlicht. Zie Tabel 18
Handeling
Controleer de inrichtingen die aangesloten zijn op de ingang STOP
Ingang STOP actief
Handeling
Ingang PP niet actief
Dit is normaal als de inrichting aangesloten aan de ingang P.P. effectief actief
is
Handeling
Ingang OPENEN niet actief
Dit is normaal als de inrichting aangesloten aan de ingang OPENEN effectief
actief is
Handeling
Ingang SLUITEN niet actief
Dit is normaal als de inrichting aangesloten aan de ingang SLUITEN effectief
actief is
L 1
L 2
L 3
L 4
L 5
L 6
L 7
L 8