36
11.2 Reiniging en desinfectie
Gebruik bij alle reinigingsprocessen in geen geval benzine, een verdunner, aceton of
dergelijke middelen. Gebruik in plaats daarvan normaal in de handel verkrijgbare, in het
21/26
huishouden gebruikelijke reinigings- en desinfectiemiddelen (isopropanol).
• Het bedieningsapparaat, de duwgreep en het accupack mogen alleen met een voch-
• Reinig de aan de rolstoel aangebrachte houder met een vochtig (niet nat) doekje.
• Maak het aandrijfwiel regelmatig schoon, dit doet u het beste met perslucht of met
Alle elektrische verbindingen (laadbus, / aansluiting bedieningsapparaat [11], stekker
van het bedieningsapparaat [21] en laadstekker [26]) moeten op mogelijke verontreini-
gingen gecontroleerd worden, voordat ze verbonden worden.
11
Vanwege de magnetische krachten kunnen zich metalen deeltjes, zoals metaalkrullen en
dergelijke, op de vlakken van de componenten bevinden, hetgeen een kortsluiting tot
gevolg kan hebben.
Reinig de componenten met schone en droge doekjes, echter in geen geval met natte
of vochtige doekjes
Uw viamobil is zeer onderhoudsarm. Met uitzondering van de banden is geen enkel deel
van de aandrijving onderhevig aan noemenswaardige slijtage. Om de aandrijf- en rem-
kracht van uw viamobil op elk moment veilig te kunnen overdragen, moeten de banden
voldoende profiel hebben.
Aanwijzing voor de desinfectie
• Wrijf de viamobil en zijn componenten over het gehele oppervlak met een vochtige
• Denk eraan dat de viamobil en zijn componenten niet met een stoomreiniger of iets
• Breng het desinfectiemiddel op het gehele oppervlak van de viamobil en zijn compo-
• Laat het desinfectiemiddel volgens de informatie van de fabrikant inwerken.
• Verwijder het desinfectiemiddel door het af te wrijven of volgens de voorschriften
!
!
!
tig (niet-nat) doekje afgewreven worden.
een droge borstel.
(niet natte) doek af.
dergelijks afgespoten mogen worden.
nenten aan.
van de fabrikant.
In zelden voorkomende gevallen kan het bij een langere opslag van
de viamobil gebeuren dat, afhankelijk van de gebruikte reinigings-
middelen of impregneringsmiddelen, zichtbare resten (wielband
op de vloer) en ten dele ook druksporen op matten of vloeren ach-
terblijven. Hiervoor kunnen wij ons niet aansprakelijk stellen. Wij
raden aan om de viamobil steeds op een ongevoelige vloer neer
te zetten en om bij een langere opslag gebruik te maken van een
beschermmat of een kartonnen onderlaag.
Als u vaststelt dat de rijeigenschappen van uw viamobil verslechte-
ren (bijv. onregelmatigheden tijdens het afrollen, banden die door-
draaien of slippen), laat uw banden dan a.u.b. door uw vakhandelaar
of door een vertegenwoordiger van Alber controleren.
Servicewerkzaamheden en reparaties aan de viamobil mogen uit-
sluitend door geautoriseerde vakhandelaren, door Alber of door een
vertegenwoordiger van Alber uitgevoerd worden. Neem in het geval
van storingen eveneens contact op met uw vakhandelaar of met een
vertegenwoordiger van Alber.