31
1
6
31
1
33
2.1 De viamobil aan de rolstoel aanbrengen
• Controleer of de twee handmatige aandrijfwielen correct aan de rolstoel aangebracht
zijn.
• Trek de parkeerremmen van de rolstoel aan om te voorkomen dat de rolstoel zich per
ongeluk in beweging zet.
• Als de quickpins [34] zich in de beide vorken [33] bevinden, moet u deze verwijde-
ren (zie hoofdstuk 2.3).
• Verwijder het accupack [9] uit de viamobil.
• Schuif de viamobil m.b.v. de draaggreep [5] onder de rolstoel, zoals in de grafische
afbeelding weergegeven.
!
5
• Schuif de onderste bout [1] van de viamobil tot aan de aanslag in de onderste hou-
der [31] aan de rolstoel.
33
• Als de onderste bout [1] van de viamobil zich volledig in de houder [31] bevindt,
trekt u de viamobil iets omhoog.
Hierbij moet de bovenste bout [3] van de viamobil in de vork [33] van de bovenste
3
houder aangebracht worden.
• Vergrendel de vorken [33] aan beide kanten met de quickpins [34], zodra de boven-
ste bout [3] van de viamobil zich in de vork [33] bevindt (zie hiervoor ook hoofd-
34
stuk 2.2).
Het aandrijfwiel [7] van de viamobil bevindt zich nu ca. 15 mm boven de grond,
zodat de rolstoel zonodig ook zonder de hulp van de viamobil handmatig bewogen kan
worden, nadat de remmen van de rolstoel losgezet werden.
7
Als het accupack in het apparaat gelegd is:
De viamobil mag niet m.b.v. de ontgrendeling [12] van het accupack
geschoven of opgetild worden, omdat het accupack dan eventueel los
kan raken (zie hoofdstuk 9.3).