41
41
40
Weergave op het
26
display
2
10
40
80
81
82
83
85
93
6.3 Weergave van de vooringestelde, maximale snelheid
De maximaal te bereiken snelheid kan zoals in hoofdstuk 2.8 beschreven ingesteld wor-
den. Op het display [16] worden de ingestelde waarden
- bij het inschakelen van de viamobil,
- bij een wijziging van de snelheid
enkele seconden lang weergegeven (weergave [41]).
De vooraf ingestelde snelheid wordt hierbij niet in km/u, maar afhankelijk van de maxi-
mum snelheid aangegeven.
De laagste snelheid bedraagt 20 % van de maximaal mogelijke snelheid en wordt met
"01" weergegeven, de hoogste snelheid met "99".
6.4 Waarschuwingsmeldingen
De viamobil beschikt over een reeks waarschuwingsmeldingen.
Deze worden op het display [16] van het bedieningsapparaat als een getal [41] met
een knipperend waarschuwingssymbool [40] weergegeven. Bovendien weerklinkt een
signaaltoon.
Mogelijke foutmeldingen en aanwijzingen voor het verhelpen van fouten zijn in de vol-
gende tabel vermeld.
Beschrijving
De rijhendel werd zo sterk ingedrukt
dat de veiligheidsschakelaar geacti-
veerd werd, die de viamobil bij een
mogelijke foutieve bediening stopzet.
De rijhendel werd tijdens het inscha-
kelen van de viamobil ingedrukt.
Te hoge temperatuur in de aandrij-
ving
Te hoge temperatuur in de accu
Overspanning accu
Onderspanning accu
Overstroom
Levensduur accu
De aan-/uitschakelaar werd tijdens
de rit geschakeld
Wat te doen?
Laat de rijhendel los en druk hem opnieuw in, om verder te kunnen
rijden.
Druk de rijhendel pas in, nadat u de viamobil ingeschakeld hebt.
Rij langzamer, rij niet op te steile hellingen en/of vermijd personen
met een te hoog gewicht. Schakel de aandrijving uit en laat deze
afkoelen.
Rij langzamer, rij niet op te steile hellingen en/of vermijd personen
met een te hoog gewicht. Schakel de aandrijving uit en laat deze
afkoelen.
Door een te snelle rit bergaf met een volle accu wordt te veel span-
ning opgebouwd. Verlaag het tempo.
De accu is leeg. Onderbreek de rit en laad de accu op.
Door een te snelle rit bergaf met een volle accu wordt te veel stroom
opgebouwd. Verlaag het tempo.
De accu heeft het einde van zijn levensduur bereikt en moet vervan-
gen worden.
Let op dat de aan-/uitschakelaar tijdens het rijden niet geschakeld
wordt, omdat daardoor een noodrem geactiveerd wordt. Om daarna
verder te kunnen rijden, moet u de rijhendel even loslaten.