36
41
40
39
5 balken
Accupack is voor 100 % opgeladen.
Vermijd op hellingen ritten met hoge
snelheden, aangezien als gevolg van
de stroomterugvoer naar de wielen
het gevaar van een overspanning in
het accupack bestaat en er daardoor
een gedwongen uitschakeling van
het wiel kan plaatsvinden.
3 balken
Accupack is voor 60 % opgeladen.
1 balk
Accupack is voor 20 % opgeladen.
Laad het accupack op voordat u aan
een rit begint.
6. Bedieningsapparaat
Alle rijfuncties van de viamobil worden via het bedieningsapparaat gestuurd en werden
in de vorige hoofdstukken gedetailleerd beschreven.
37
6.1 Overzicht van de weergaven op het display
Betekenis
[36] = Weergave van de restcapaciteit van het accupack
[37] = Weergave "Rijrichting vooruit" (hoofdstuk 2.7)
38
[38] = Weergave "Rijrichting achteruit" (hoofdstuk 2.7)
[39] = Wegrijblokkering (hoofdstuk 3.4)
[41] = Voorgeselecteerde, maximale snelheid (hoofdstuk 2.8)
Indien een fout optreedt:
[40] = Waarschuwingssymbool "Fout"
[41] = Weergave van de foutcode (hoofdstuk 6.4)
6.2 Capaciteitsweergave op het display van het bedieningsapparaat
Als de viamobil ingeschakeld is, wordt zowel aan het accupack (zie hoofdstuk 5.2), als
op het display [16] van het bedieningsapparaat de nog voorhanden zijnde capaciteit
van het accupack weergegeven. Deze weergave verdwijnt pas, als de viamobil uitgescha-
keld wordt.
De informatie in de volgende tabel heeft uitsluitend betrekking op de weergaven op het
display [16] van het bedieningsapparaat. Betekenis:
4 balken
Accupack is voor 80 % opgeladen.
2 balken
Accupack is voor 40 % opgeladen.
Het wordt dringend aanbevolen om
geen al te verre trajecten af te leg-
gen zonder de accu van tevoren op te
laden.
1 balk knippert
Accupack is voor 10 % opgeladen, het
is raadzaam om geen ritten meer uit
te voeren.
Laad het accupack op voordat u aan
een rit begint.
25