Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

41
40
Weergave op het
Wat te doen?
display
1
Zet de viamobil uit en vervolgens weer aan. Verwijder de accu, controleer de contacten van de accu, contro-
leer de aandrijving op verontreiniging en plaats de accu weer terug. Als de fout daardoor niet verholpen kan
worden, is een reparatie noodzakelijk.
2
Zet de viamobil uit en vervolgens weer aan. Controleer de stekker van het bedieningsapparaat op vreemde
voorwerpen (bijv. metaalkrullen). Als de fout daardoor niet verholpen kan worden, is een reparatie nood-
zakelijk.
3
Zet de viamobil uit en vervolgens weer aan. Controleer de contacten van de accu en van de stekker van het
bedieningsapparaat op vreemde voorwerpen. Als de fout daardoor niet verholpen kan worden, is een reparatie
noodzakelijk.
10
Een reparatie is noodzakelijk.
11, 12, 14 en 15
Zet de viamobil uit en vervolgens weer aan. Controleer of het bedieningsapparaat door magneetvelden beïn-
vloed wordt en verwijder deze magneetvelden zo mogelijk. Als de fout daardoor niet verholpen kan worden,
is een reparatie noodzakelijk.
13, 20, 40, 41
Zet de viamobil uit en vervolgens weer aan. Als de fout daardoor niet verholpen kan worden, is een reparatie
noodzakelijk.
42
De aandrijving is oververhit. Laat de aandrijving afkoelen om door te kunnen rijden.
43, 44
Zet de viamobil uit en vervolgens weer aan. Vermijd een te grote belasting van de aandrijving, die bijv. door
het rijden op een te steile helling is ontstaan.
52, 53
Zet de viamobil uit en vervolgens weer aan. Controleer de contacten van de accu en van de aandrijving. Als
de fout daardoor niet verholpen kan worden, is een reparatie noodzakelijk.
66
De noodontgrendeling werd geactiveerd. Dan is het niet meer mogelijk om te rijden. Deactiveer de noodont-
grendeling (zie hoofdstuk 3.7). Als de fout daardoor niet verholpen kan worden, is een reparatie noodzake-
lijk.
67
Zet de viamobil uit en vervolgens weer aan. Als de fout daardoor niet verholpen kan worden, is een reparatie
noodzakelijk.
70
Controleer de status van de greep van de noodontgrendeling [6] (zie hoofdstuk 3.7) - de greep moet inge-
koppeld zijn. Zet daarna de viamobil uit en vervolgens weer aan.
Als de storing daardoor niet kan worden verholpen, is een reparatie nodig.
71
Schakel de aandrijving uit en dan weer aan. Rij een stukje op een vlak traject of zo mogelijk bergop, om de
accu iets te ontladen. Als de fout daardoor niet verholpen kan worden, is een reparatie noodzakelijk.
72
Controleer de status van de greep van de noodontgrendeling [6] (zie hoofdstuk 3.7) - de greep moet inge-
koppeld zijn. Verwijder de accu, controleer de contacten van de accu, controleer de aandrijving op verontrei-
niging en plaats de accu weer terug. Zet daarna de viamobil uit en vervolgens weer aan.
Als de storing daardoor niet kan worden verholpen, is een reparatie nodig.
73
Een reparatie is noodzakelijk.
(Verder op de volgende pagina)

6.5 Foutmeldingen

De viamobil beschikt over een reeks foutmeldingen. Deze worden op het display als een
cijfercode [41] met een knipperend waarschuwingssymbool [40] weergegeven.
De volgende fouten kunnen door de bestuurder van de viamobil verholpen worden:
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Alber viamobil V25

Inhoudsopgave