1. Onderhoudsinterval 8 uur
2. Lees de Gebruikershandleiding.
3. De bandenspanning controleren.
4. Controleer of alle bouten en moeren goed vastzitten.
5. Controleer alle slangen op lekken.
6. Controleer het peil van de hydraulische olie.
7. Brandstofpeil controleren.
8. Oliepeil controleren.
9. Controleer de werking van de stoelschakelaar.
134-7637
10. Controleer het luchtfilterelement.
11. Controleer de instellingen van de maai-eenheid.
12. Controleer het koelvloeistofpeil.
13. Controleer of de radiateur schoon is.
14. Controleer en reinig de machine.
15. Gebruik een momentsleutel om te controleren of de
wieldoppen vast zitten: voorwielen 200 N·m, achterwielen
100 N·m.
16. Onderhoudsinterval 8 uur
17. Onderhoudsinterval 50 uur
8
decal134-7637