Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Belangrijk:
Zorg ervoor dat alle banden steeds de
juiste bandenspanning hebben voor het gewenste
contact met de grasmat.
De aanbevolen bandendruk is 1 bar voor
algemeen gebruik. Stel de bandenspanning af
volgens de volgende tabel, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden.
Banden
Banden-
type
Vooras
26 x 12,0-
12, BKT
gazonpa-
troon
Achteras
20 x 10,
0-8, BKT
gazonpa-
troon
Torsie van wielmoeren
controleren
Onderhoudsinterval: Na het eerste bedrijfsuur
Na de eerste 10 bedrijfsuren
Om de 250 bedrijfsuren
Aantrekkoppel voor de moeren van de voorwielen:
200 N·m
Aantrekkoppel voor de moeren van de achterwielen:
100 N·m
WAARSCHUWING
Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie
hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
Zorg dat de wielmoeren met de juiste torsie
zijn aangedraaid.
Aanbevolen bandenspanning
Toestand
Maximale
Gazonom-
standig-
van het
heden
wegdek
0,69 bar
1,38 bar
1,38 bar
0,69 bar
1,38 bar
1,52 bar
De transmissieregelkabel
en het bedieningsmecha-
nisme controleren
Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren
Controleer de conditie en de bescherming van de
kabel en het bedieningsmechanisme bij de rijpedalen
en de uiteinden van de transmissiepomp.
•
Verwijder aangekoekt vuil, gruis en ander puin.
•
Zorg ervoor dat de kogelverbindingen stevig
vastzitten en controleer of de bevestigingsbeugels
en kabelgeleiders goed zijn bevestigd en geen
scheuren vertonen.
•
Controleer de eindsluitingen op slijtage, corrosie of
kapotte veren en vervang deze indien dit nodig is.
•
Controleer of de rubberen afdichtingen correct op
hun plaats zitten en in goede staat verkeren.
•
Controleer of de scharnierende moffen die
druk
de binnenkabel ondersteunen, in goede staat
verkeren en stevig vastzitten aan de buitenkabel
bij de krimpverbindingen. Indien ze beginnen te
scheuren of los te raken, moet u direct een nieuwe
kabel monteren.
•
Controleer of de moffen, de stangen en de
binnenkabel zijn verbogen, geknikt of op een
andere manier zijn beschadigd. Als u schade ziet,
monteer dan meteen een nieuwe kabel.
•
Zet de motor af, beweeg de pedalen door hun hele
bereik en controleer of het mechanisme soepel en
onbelemmerd in de vrijstand komt zonder dat het
blijft vastzitten of hangen.
1. Beschermingskap
2. Rubberen afdichting
Uitlijning van de
achterwielen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren
Om overmatige slijtage van de banden te voorkomen
en te zorgen dat de machine veilig kan worden
gebruikt, mag het toe- of uitspoor van de achterwielen
niet meer dan 5 mm zijn.
49
Figuur 60
3. Huls
4. Uiteinde van stang
g014571