Stalling
Tractie-eenheid
1. Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de
motor grondig.
2. Controleer de bandenspanning; zie Bandenspanning
controleren in Gebruiksaanwijzing , bladz. 22.
3. Controleer of alle bevestigingen vastzitten; zet ze
vast indien nodig.
4. Smeer of olie alle smeer- en draaipunten. Neem
overtollig vet op.
5. Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of
geroest, moeten licht geschuurd en bijgewerkt
worden. Eventuele deuken in de metalen carrosserie
uitdeuken.
6. Verricht de volgende onderhoudswerkzaamheden
aan de accu en de kabels:
A. Haal de accuklemmen los van de accupolen.
B. Reinig de accu, de klemmen en de polen met
behulp van een staalborstel en een oplossing van
zuiveringszout (natriumbicarbonaat).
C. Smeer een dun laagje Grafo 112X-vet (Toro
onderdeelnr. 505-47) of petrolatum op de
kabelklemmen en de accupolen om corrosie te
voorkomen.
D. Laad de accu om de 60 dagen 24 uur lang op om
loodsulfatie van de accu te voorkomen.
7. Zet de transportvergrendelingen vast (uitsluitend
Groundsmaster 4700-D).
Motor
1. Tap de motorolie af uit het carter en plaats de
aftapplug.
2. Verwijder het oliefilter en gooi het weg. Plaats een
nieuw oliefilter.
3. Vul het oliecarter met 7,6 liter motorolie, type
SAE 15W-40 CH-4, CI-4 of hoger.
4. Start de motor en laat deze ongeveer twee minuten
stationair lopen.
5. Zet de motor af.
6. Spoel de brandstoftank om met verse, schone
dieselbrandstof.
7. Zet alle onderdelen van het brandstofsysteem weer
goed vast.
8. Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig worden
gereinigd en een onderhoudsbeurt krijgt.
9. Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af met
weerbestendige tape.
10. Controleer de antivriesbescherming en vul het
systeem bij met een oplossing die half uit water,
half uit ethyleenglycol bestaat. Vul zoveel bij als
nodig is met het oog op de plaatselijk te verwachten
minimumtemperatuur.
50