Als de motor heeft gelopen, kan de hete
koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen
indien de radiatordop wordt verwijderd. Dit kan
brandwonden veroorzaken.
• Verwijder de radiatordop nooit als de motor
loopt.
• Gebruik een lap als u de radiatordop
verwijdert en draai de dop langzaam open
om de stoom te laten ontsnappen.
Figuur 15
1. Expansietank
2. Controleer het koelvloeistofpeil in de radiator. De
radiator moet worden gevuld tot de bovenkant
van de vulbuis en de expansietank tot de
VOL-markering.
3. Als het koelvloeistofpeil te laag is, moet u bijvullen
met een oplossing die half uit water, half uit
ethyleenglycol-antivries bestaat. Gebruik geen
koelvloeistoffen op basis van alcohol/methanol of
alleen water.
4. Plaats de doppen van de radiator en de expansietank
terug.
Brandstoftank vullen
De inhoud van de brandstoftank is 79,5 liter.
1. Verwijder de dop van de brandstoftank (Figuur 16).
1. Dop van brandstoftank
2. Vul de tank bij tot ongeveer 2,5 cm onder de
bovenkant van de tank, niet de vulbuis, met Nr. 2
dieselbrandstof. Plaats daarna de dop weer terug.
In bepaalde omstandigheden zijn
dieselbrandstof en brandstofdampen
uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of
explosie van brandstof kan brandwonden of
materiële schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een afgezette
of koude motor bijvullen. Eventueel
gemorste brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul
de brandstoftank tot maximaal 6 tot 13 mm
vanaf de onderkant van de vulbuis. Dit geeft
de brandstof in de tank ruimte om uit te
zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig
bent en houd de brandstof weg van open
vlammen of vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg dat de dop
op zijn plaats blijft.
Het peil van de hydraulische
vloeistof controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Het reservoir van het hydraulische systeem is in de
fabriek gevuld met ongeveer 28 liter hoogwaardige
23
Figuur 16