82 • vacon
3
Controleer de kwaliteit en kwantiteit van de koellucht (hoofdstuk 5.2).
4
Controleer op mogelijke condensvorming binnen de frequentie regelaar.
5
Controleer of alle Start/Stop signalen op de I/O klemmen op Stop staan.
6
Sluit de frequentie regelaar aan op het net.
7
Stel de parameters van groep 1 in volgens de wens van uw applicatie. Tenminste de
volgende parameters dienen ingesteld te worden:
-
motor nominale spanning
-
motor nominale frequentie
-
motor nominaal toerental
-
motor nominale stroom
U vindt deze waarden op het motortypeplaatje.
OPMERKING: U kunt ook de wizard Opstarten uitvoeren. Zie hoofdstuk 7.3 voor meer
informatie.
8
Voer test uit zonder motor
Voer Test A of Test B uit:
A Besturing vanuit de I/O aansluitingen:
a) Zet de Start/Stop schakelaar in de AAN positie.
b) Verander de frequentiereferentie (potentiometer)
c) Controleer in het
wijziging van de frequentiereferentie.
d) Zet de Start/Stop swchakelaar in de UIT positie.
B
Besturing met het besturingspaneel:
a) Verander de besturing van de I/O aansluitingen naar het paneel volgens het advies van
hoofdstuk 7.3.3.1
b) Druk op de
c) Schakel over op het Bediening menu en het Besturings Referentie submenu (Chapter
7.3.3.2) en wijzig de frequentiereferentie met de
-
+
.
d) Controleer het
volgens de wijziging van de frequentiereferentie.
e) Druk op de
8
Monitor menu (M1)
Start drukknop
op het paneel
Monitor menu (M1)
Stop drukknop
op het paneel
dat de waarde Uitgangsfrequentie wijzigt volgens de
start
.
Blader
drukknoppen.
dat de waarde van de uitgangsfrequentie wijzigt
stop
.
Nederland: Tel: +31-183-642 970 • Fax +31-183-642-971
Belgie: Tel: +32 (0)16 394 825 • Fax: +32 (0)16 394 827
INBEDRIJFNAME