BEKABELING EN AANSLUITINGEN
6.1.3
Installatie instructies
1
2
3
4
5
Nederland: Email:
info@vacon.nl
Belgie : Email: info@vacon.be
Voor aanvang van de installatie, controleer of alle onderdelen
spanningsvrij zijn.
De NXL frequentieregelaars MF2 en MF3 moeten worden geinstalleerd in
een schakelkast of een electrische ruimte vanwege de IP20 classificatie
en het feit dat de vermogensaansluitingen niet afgeschermd zijn.
Plaats de motorkabels zover mogelijk verwijdert van andere kabels:
Voorkom dat de motorkcabels in grote lengte parallel lopen met
andere voedings- of signaalkabels.
Indien de motorkabels parallel lopem met andere kabels, houdt
dan de minimum afstand tussen de motorkabels en andere
kabels aan zoals in onderstaande tabel.
De opgegeven afstand geldt tussen voor motorkabels en
signaalkabels van andere systemen.
De maximum lengte van de motorkabel is 30 m (MF2-MF3), 50
m (MF4) en 300 m (MF5-MF6).
De motorkabels dienen andere kabels te kruisen onder een hoek
van 90 graden.
Indien kabel isolatie meting noodzakelijk is, zie Hoofdstuk 6.1.4.
Aansluitingen van kabels:
Strip de motor en voedingskabels als geadviseerd in tabel 6.4 en
Figuur 6-5.
Verbindt de voeding, motor en signaalkabels met hun
respectievelijke aansluitingen (zie e.g. Figuur 6-7).
Voor informatie over de installatie volgens UL regels zie
Hoofdstuk 6.1.4.
Voorkom dat tijdens de montage stuurstroomkabels in kontakt
komen met de electronische componenten.
Sluit deze kabel, indien een externe remweerstand (optie) wordt
gebruikt, op de juiste klemmen aan.
Controleer de aansluiting van de aarding van de motor en de
frequentie regelaar op de aansluitingen gemerkt met
Sluit het aparte aardscherm van de motorkabel aan op de
aardaansluiting van de frequentie regelaar, motor en de aarde van
de behuizing
Controleer alle kabels en let op dat de kabels onbeschadigd zijn of
geklemd worden tussen het frame en de afdekplaat.
A fg e s c h e rm
A fs ta n d tu s s e n
k a b e ls [m ]
k a b e l [m ]
0 .3
1 .0
vacon • 31
d e
≤ 2 0
≤ 5 0
.
6