Inhoudsopgave
Advertenties
DIAGNOSE / PROBLEEMOPLOSSING
Fig. 9.10
Diagnosemenu
Busy – het Busy uitgangssignaal wordt gedurende 2 seconden geactiveerd. Dit kan worden gebruikt om te
testen of het busy uitgangssignaal functioneert. Het uitgangssignaal kan worden gemonitord op de
gastmachine of met een aparte servicetool.
Algemeen alarm – het signaal Algemeen alarm wordt gedurende 2 seconden geactiveerd. Dit kan worden
gebruikt om te testen of het signaal Algemeen alarm werkt. Het signaal kan gemonitord worden op de
gastmachine of met een aparte servicetool.
IO terugkoppeling – deze knop wordt gebruikt om de belangrijke interne (Printkop encoder, Folie encoder,
Cassettesluiting en Drukknop printer) en externe (Printsignaal, Triggersignaal, Drukknop op afstand en
reserve ingang van de besturingskast) inputsignalen te testen.
Printkop – de printkopklep wordt gedurende 2 seconden geactiveerd opdat de thermische kop gedurende 2
seconden omlaag wordt gestuurd. Dit kan worden gebruikt om te testen of de opstelling goed werkt.
Weinig lint – het waarschuwingssignaal Weinig lint wordt gedurende 2 seconden geactiveerd. Dit kan
worden gebruikt om te testen of het uitgangssignaal Weinig lint functioneert. Het uitgangssignaal kan
worden gemonitord op de gastmachine of met een aparte servicetool.
LED – de driekleurige printkop LED schakelt door zijn kleuren: groen, rood en oranje. Dit kan worden
gebruikt om te testen of de driekleurige LED intact is.
De interne inputsignalen kunnen worden getest door deze met de onderstaande methode te activeren:
1.
Cassettesluiting. Open en sluit de hendel die de cassette ontgrendelt en druk op IO terugkoppeling.
Drukknop printer, printkop encoder en folie encoder. Druk op de knop aan de voorkant (S) van de
2.
printer. Een afdruk wordt gemaakt. Bij het drukken op knop IO terugkoppeling moeten deze drie
items Ja aangeven.
Opmerking:
i
Omdat zowel de knop aan de voorkant van het codeergedeelte als de beide encoders zich in het
codeergedeelte bevinden, kan het mogelijke probleem ook zitten in de bedrading naar de
besturingskast, een defecte schakelaar in de knop aan de voorkant of in een kapotte encoder.
De externe inputsignalen kunnen worden gecontroleerd met behulp van een servicetool of aangesloten
extern apparaat. Om het externe inputsignaal te testen:
1.
Kies IO terugkoppeling en activeer het aangesloten rand apparaat (sensor of ander apparaat) of
2.
Gebruik een serviceapparaat om het inputsignaal te activeren.
H325 IAN
Rev.: 005
kortho
QiC i-series
9-7
Advertenties
Inhoudsopgave
