BEDIENING
8.6.3 Signaalinstellingen
Om de signaalinstellingen te veranderen druk op de knop Signaal.
PAS OP:
Deze instellingen worden ingesteld tijdens de installatie; alleen opgeleide technici mogen deze
veranderen.
Fig. 8.32
Menu Signaalinstellingen
Veranderen van de signaalinstelligen
Om getalwaarden te veranderen:
Druk op één van de + / - knoppen, of
1.
2.
Druk op de getoonde waarde om via het numerieke toetsenbord een nieuwe waarde in te voeren.
Om selecteerbare instellingen te veranderen:
1.
Raak de betreffende knop aan en de instelling verandert (wisselfunctie), of
2.
Bij het aanraken van de knop verschijnt een keuzelijst waaruit de gewenste instelling kan worden
geselecteerd.
Printingang
Selecteer de stijgende of dalende flank van het productdetectiesignaal. Deze instelling is afhankelijk van
welk type sensor is gebruikt en hoe deze is afgesteld.
Gewoonlijk is de sensor zo afgesteld dat de print bij de stijgende flank wordt gemaakt. Default instelling is
Hoog (stijgende flank).
Busy uitgang
Dit uitgangssignaal vertelt de gastmachine dat de printer aan het afdrukken is en dat het substraat niet mag
bewegen. Dit signaal kan worden gesynchroniseerd met de stijgende (Hoog) of dalende (Laag) flank.
Dit signaal is actief vanaf het moment dat de printkop naar beneden gaat totdat hij weer naar boven gaat.
Dus gedurende de tijd dat de printkop in contact is met het substraat.
8-22
kortho
QiC i-series
H325 IAN
Rev.: 005