BEDIENING
Alarmuitgang
Dit uitgangssignaal vertelt de gastmachine dat er een fout is opgetreden die om aandacht van de gebruiker
vraagt. Dit signaal kan ingesteld worden op Hoog actief of Laag actief.
Multifunctie uitgang
Stel deze in overeenkomstig het gewenste niveau van de output wanneer die actief is. Dit signaal kan
worden ingesteld op Hoog of Laag. De functie van de multifunctie uitgang wordt ingesteld met
Multifunctiekeuze.
Afdruk gemist
Dit signaal wordt geactiveerd wanneer de printer een printsignaal ontvangt terwijl de vorige printcyclus nog
steeds bezig is.
Deze parameter kan worden ingesteld op Fout of Waarschuwing. In de stand Fout zal een gemiste afdruk het
printproces afbreken en zal er een algemeen alarm worden gegeven. In de stand Waarschuwing gaat het
printproces door wanneer er een gemiste afdruk wordt gedetecteerd, wordt een waarschuwing op het
scherm getoond en wordt, afhankelijk van de multifunctiekeuze zie onder, de uitgang Waarschuwing
gedurende 50ms geactiveerd (puls).
Encoder timeout
Deze parameter kan worden ingesteld op Fout of Waarschuwing. In de stand Fout breekt een encoder timeout
het printproces af en wordt een algemeen alarm gegeven. In de stand Waarschuwing gaat het printproces
door en wordt een waarschuwing op het scherm getoond, en wordt afhankelijk van de multifunctiekeuze
instelling de uitgang Waarschuwing gedurende 50ms geactiveerd (puls).
Multifunctiekeuze
Deze parameter kan worden ingesteld op Weinig lint wanneer deze uitvoer gebruikt wordt om aan te geven
dat het lint bijna op is. Hij kan ook op Waarschuwing worden ingesteld. Anderzijds kan de parameter ook
worden ingesteld op Waarschuwing wanneer het systeem deze uitgang gebruikt om aan te geven dat een
waarschuwingsmelding is opgetreden. Dan zal de uitgang een puls van 50ms afgeven.
In de stand Waarschuwing kan de multifunctie uitgang bijvoorbeeld worden gebruikt om een extern apparaat
te triggeren dat de niet beprinte producten van de productielijn haalt.
8.6.4 Netwerkinstellingen
Deze instellingen zorgen ervoor dat het systeem via het interne netwerk kan worden bereikt en dat de
communicatie tussen bijvoorbeeld een PC (labelontwerp) en de printer plaats kan vinden.
Vraag de netwerkbeheerder altijd om assistentie bij het integreren van de printer in het netwerk van het
bedrijf, dit om er zeker van te zijn dat de instellingen passen bij de instellingen van het netwerk.
Druk op de knop Netwerk om het menu netwerkinstellingen te openen.
kortho
8-23
H325 IAN
QiC i-series
Rev.: 005