3 BESCHRIJVING PRINTPROCES
3.1
Printcyclus
De printer is ontworpen om een label af te drukken op een substraat. Een label is digitale data en wordt
opgeslagen in het printgeheugen van de besturingskast. De besturingskast converteert het label naar een
bitmap. De printkop ontvangt deze bitmap pixel-kolom voor pixel-kolom en gebruikt deze om de
verwarmingselementen van de printkop aan te sturen.
Het lint bevindt zich tussen de printkop en het substraat en wordt verwarmd door de
verwarmingselementen van de printkop. Wanneer een verwarmingselement warm is zal het pigment van
het lokaal verwarmde lint overgedragen worden op het substraat. Door de verwarmingselementen in de
juiste volgorde aan te sturen zal het geselecteerde label op het substraat worden afgedrukt.
De printkop bevat 640 verwarmingselementen (12 dots per mm bij een printkopbreedte van 53,3 mm). De
verticale resolutie wordt aangestuurd door een lineaire encoder die met de printkopslede is verbonden. De
resolutie van deze encoder is ook 12 dots per mm.
De printcyclus wordt gestart door een "printsignaal". Het printsignaal kan bijvoorbeeld worden
gegenereerd door een fotocel, een relais of een PLC in de gastmachine.
Wanneer het printsignaal door de besturingskast is ontvangen, wordt de volgende sequentie gestart:
1.
Printkop omlaag.
2.
Printkopslede naar voren.
Opwarmen van de verwarmingselementen in de volgorde zoals bepaald door de bitmap van het
3.
label.
Zodra de afdruk is voltooid:
4.
Printkop omhoog.
5.
Printkop naar achteren (het lint wordt tegelijkertijd verplaatst).
Zodra genoeg lint is verplaatst om de volgende afdruk op vers nieuw lint te kunnen maken:
6.
De koppeling wordt geactiveerd (het linttransport stopt).
Zodra de printkop terug is in zijn beginstand.
7.
De druk wordt van de hoofdcilinder afgehaald.
8.
De koppeling wordt gedeactiveerd.
Na het afdrukken wordt de bitmap indien nodig geüpdatet wat betreft de variabele labelgegevens zoals tijd,
datum en nummer. Zodra dit gedaan is wordt het busy-signaal gedeactiveerd en is de printer klaar voor het
volgende printsignaal.
3.2
Printkop
De printkop heeft een hoge productiviteit en betrouwbaarheid door gebruik te maken van de unieke face-
down IC bonding methode in tegenstelling tot de conventionele wire bonding methode. De eerste treft men
aan in een reeks van industriële codeer- en markeringstoepassingen, als een flexibele technologie waarmee
op een grote verscheidenheid aan substraten kan worden geprint.
De printkop bestaat uit een aluminium keramische grondplaat. Deze grondplaat is bedekt met een glaslaag,
een laag met een lijn verwarmingselementen en tot slot met een slijtvaste keramische coating. De gekozen
structuur en materialen garanderen een hoge afdrukkwaliteit en optimale levensduur van de printkop.
H325 IAN
Rev.: 005
kortho
QiC i-series
3-1